V-N 2023/21.12
BTW-vrijstellingen volgens A-G beoordelen op niveau individuele lid fiscale eenheid
HR (Parket) 31-03-2023, ECLI:NL:PHR:2023:388, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
31 maart 2023
- Zaaknummer
22/00711
- Conclusie
A-G Ettema
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS701046:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2023:388, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑03‑2023
- Wetingang
art. 11 lid 1 onderdeel c en f Wet OB 1968; art. 7 lid 1 Uitv.besl. OB 1968; art. 132 lid 1 onderdeel b en g Richtlijn 2006/112/EG
Essentie
Advocaat-generaal Ettema concludeert dat het hof ten onrechte op het niveau van de fe toetst of de vrijstellingen van toepassing zijn. Aangezien de fe een fictie is die alleen bestaat voor BTW-doeleinden, verrichten de leden van de fe prestaties in het economische verkeer, en niet de fe.
Samenvatting
Stichting A en B bv maken onderdeel uit van BTW-fiscale eenheid X en verrichten prestaties op het gebied van de zorg. Stichting A houdt zich bezig met het verzorgen en verplegen van personen met een verstandelijke beperking, waarvoor zij is erkend als ‘medische inrichting’ en als ‘instelling van sociale aard’. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.