NJ 1921, p. 313
Overdracht van toekomstige, niet met name in de akte aangeduide, schuldvorderingen. Wisseltrekking krachtens overeenkomst.
HR 14-01-1921, ECLI:NL:HR:1921:229
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 januari 1921
- Magistraten
Voorzitter: Mr. S. Gratama, Raden: Mrs. A. Fentener van Vilssingen, Jhr. R. Feith, Dr. L. E. Visser en Jhr. P. L. van Meeuwen.
- Zaaknummer
[14011921/NJ_1921,_p._313]
- Conclusie
Mr. Ledeboer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS148791:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1921:229, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑01‑1921
- Wetingang
(BW art. 668, 1370; WvK art. 110.)
Essentie
Overdracht van toekomstige, niet met name in de akte aangeduide, schuldvorderingen. Wisseltrekking krachtens overeenkomst.
Samenvatting
Volgens de door het Hof gegeven uitlegging deed de overeenkomst zelve den eigendom der toekomstige vorderingen, waarvoor wissels zouden worden getrokken, overgaan.
Die uitlegging moet in cassatie worden geëerbiedigd, tenzij wettelijke voorschriften van dwingend karakter zich tegen zoodanige overdracht zouden verzetten, wat door eischer tot cassatie niet is beweerd.
Art. 668 B. W. is niet geschonden, omdat de levering der schuldvorderingen, naar ‘s Hofs feitelijke beslissing is geschied door middel van een akte, waarbij de rechten op die vorderingen werden overgedragen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.