Consulaire Wet
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1979
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met aanpassing van de spelling.
- Bronpublicatie:
03-04-1978, Stb. 1978, 159 (uitgifte: 01-01-1978, kamerstukken: 14272 )
16-02-1978, Stb. 1978, 158 (uitgifte: 01-01-1978, kamerstukken: 14272 )
- Inwerkingtreding
01-01-1979
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-1978, Stb. 1978, 612 (uitgifte: 01-01-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-11-1978, Stb. 1978, 612 (uitgifte: 01-01-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Door een consulaire ambtenaar als getuige opgeroepen binnen het consulaire ressort aanwezige Nederlanders die geen geldige reden van verschoning hebben, moeten verschijnen en onder ede (belofte) de gehele waarheid en niets dan de waarheid zeggen.
2.
Een door een consulaire ambtenaar benoemde deskundige die zijn benoeming aanneemt moet, onder ede (belofte) de hem toevertrouwde last naar geweten vervullen.
3.
De consulaire ambtenaar is bevoegd binnen het consulaire ressort aanwezige Nederlanders op te roepen die echtgenoot, bloed- of aanverwant, voogd, toeziende voogd, curator, bijzondere curator of toeziende curator zijn van degene over wiens rechten een zaak behandeld wordt. De opgeroepene die geen geldige reden van verschoning heeft, is verplicht in persoon of, waar de wet zulks toelaat, bij gemachtigde te verschijnen.