Einde inhoudsopgave
Administratief Akkoord voor de toepassing van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninrijk der Nederlanden en de Republiek Slovenië
Artikel 7 Verstrekkingen tijdens wonen in de andere staat dan de bevoegde staat
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2003
- Redactionele toelichting
Dit akkoord treedt tegelijk in werking met het Verdrag (22-03-2000, Trb. 2001, 20).
- Bronpublicatie:
22-03-2000, Trb. 2001, 20 (uitgifte: 02-02-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2003, Trb. 2003, 66 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid (V)
Internationale sociale zekerheid / Zorgaanspraken
1.
Om verstrekkingen te ontvangen krachtens artikel 15 van het Verdrag, dient de belanghebbende zichzelf en zijn gezinsleden te laten inschrijven bij het orgaan van zijn woonplaats, onder overlegging van een verklaring waaruit blijkt dat hij en zijn gezinsleden aanspraak hebben op genoemde verstrekkingen. Deze verklaring wordt afgegeven door het bevoegde orgaan, wanneer van toepassing op basis van door de werkgever verstrekte informatie. Indien de belanghebbende of zijn gezinsleden nalaten deze verklaring over te leggen, vraagt het orgaan van de woonplaats deze zelf aan bij het bevoegde orgaan.
2.
De in het vorige lid bedoelde verklaring blijft geldig tot de datum waarop het orgaan van de woonplaats een kennisgeving van intrekking ervan heeft ontvangen.
3.
Het orgaan van de woonplaats informeert het bevoegde orgaan over iedere inschrijving die het overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van dit artikel heeft verricht.
4.
Voor iedere aanvraag om verstrekkingen legt de aanvrager de bewijsstukken over die doorgaans vereist zijn voor het verlenen van verstrekkingen krachtens de wetgeving van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan hij woont.
5.
De belanghebbende of zijn gezinsleden informeren het orgaan van de woonplaats over iedere verandering in hun omstandigheden die van invloed zou kunnen zijn op hun aanspraak op verstrekkingen, in het bijzonder over iedere beëindiging of iedere verandering van dienstbetrekking of beroepswerkzaamheid van de belanghebbende of iedere verandering van diens woonplaats of tijdelijke verblijfplaats, of van die van een gezinslid. Evenzo informeert het bevoegde orgaan het orgaan van de woonplaats van de belanghebbende over de beëindiging van zijn aansluiting of van zijn aanspraak op prestaties. Het orgaan van de woonplaats kan het bevoegde orgaan te allen tijde verzoeken informatie te verstrekken met betrekking tot de aansluiting of de aanspraak van genoemde persoon op prestaties.
6.
Het orgaan van de woonplaats is het bevoegde orgaan behulpzaam bij het treffen van maatregelen tegen een persoon die prestaties heeft ontvangen die niet aan hem verschuldigd waren.