Einde inhoudsopgave
Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen
Artikel 3.35 Capaciteit van een vluchtroute
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
04-10-2017, Stb. 2017, 373 (uitgifte: 12-10-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2017, Stb. 2017, 391 (uitgifte: 23-10-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bouwrecht / Bouwen
Bouwrecht / Veiligheid en milieu
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
1.
De doorstroomcapaciteit van een gedeelte van een vluchtroute, uitgedrukt in personen, is ten minste het aantal personen dat op dat gedeelte is aangewezen. Bij de bepaling van de doorstroomcapaciteit wordt uitgegaan van:
- a.
45 personen per minuut per meter breedte van een trap voor het overbruggen van een hoogteverschil van meer dan 1 meter en 90 personen per meter vrije breedte bij een hoogteverschil van ten hoogste 1 meter, indien de aantrede van de trap ten minste 0,17 m bedraagt;
- b.
90 personen per minuut per meter vrije breedte van een ruimte,
- c.
90 personen per minuut per meter vrije breedte van een doorgang, indien zich in de doorgang een dubbele deur of vergelijkbaar beweegbaar constructieonderdeel bevindt met een met een maximale openingshoek van minder dan 135 graden;
- d.
110 personen per minuut per meter vrije breedte van een doorgang, indien zich in de doorgang een enkele deur of vergelijkbaar beweegbaar constructieonderdeel bevindt met een maximale openingshoek van minder dan 135 graden, en
- e.
135 personen per minuut per meter vrije breedte van een andere doorgang.
2.
De doorstroomcapaciteit van een gedeelte van een vluchtroute is zodanig, dat de op dat gedeelte aangewezen personen veilig kunnen vluchten.