NJB 2020/2012:Verjaringstermijn. Verlengingsgrond. Faillissement van een rechtspersoon. Een bank zegt de financiering van een BV op. De BV gaat failliet en houdt daarna op te bestaan. De bank spreekt de borg aan. De borg voert het verweer dat de vordering op de BV is verjaard en dat de vordering op de borg daardoor is tenietgegaan. Is de vordering op de BV verjaard? Hoge Raad: In een geval waarin een rechtspersoon na faillietverklaring is opgehouden te bestaan, bestaat gedurende het tijdvak waarin de rechtspersoon is opgehouden te bestaan, een grond voor verlenging van de verjaringstermijn