RvdW 2010, 486
Rolverdeling bij toerekening ontnemingsbedrag.
HR 30-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK2142
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 maart 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
08/02613 P
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BK2142
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK2142, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK2142, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2009
- Wetingang
Sr art. 36e
Essentie
1. Het middel betoogt allereerst dat de door het Hof vastgestelde rolverdeling tussen A en de betrokkene, en daarmee de toerekening van het vastgestelde totale wederrechtelijke voordeel voor drievierde deel aan de betrokkene, moet kunnen worden ontleend aan de gebezigde bewijsmiddelen. Aldus stelt het middel een eis die het recht niet kent. Voldoende is dat van die vastgestelde rolverdeling uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
2. In cassatie kan niet zonder meer kan blijken dat het Hof wat betreft het aangevallen oordeel over de ondergeschikte aard van de rol van A, heeft beraadslaagd en beslist naar aanleiding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.