Hof 's-Hertogenbosch, 29-10-2018, nr. 20-001976-15
ECLI:NL:GHSHE:2018:4490
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
29-10-2018
- Zaaknummer
20-001976-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSHE:2018:4490, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 29‑10‑2018; (Hoger beroep)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROE:2009:BK5994
Uitspraak 29‑10‑2018
Inhoudsindicatie
Vrijspraak van medeplegen van dan wel medeplichtigheid aan de invoer van een partij cocaïne van bijna 1700 kg vanuit Costa Rica, verstopt in een partij koffie.
Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-001976-15
Uitspraak : 29 oktober 2018
TEGENSPRAAK (art. 279 Sv)
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen, na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam, zitting houdende te Roermond, van 4 december 2009, parketnummer 10-602063-07 in de strafzaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1949,
wonende te [woonplaats] , [adres] .
Verloop van de procedure
De verdachte is bij het hierboven genoemde vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken van de rechtbank Rotterdam, zitting houdende te Roermond, van 4 december 2009 vrijgesproken van het hem ten laste gelegde, kort gezegd de voortgezette handeling van het medeplegen van voorbereidingshandelingen van de invoer van cocaïne (feit 2), de daadwerkelijke invoer in Nederland van die cocaïne (feit 1) en vervolgens de doorlevering daarvan binnen Nederland (feit 3) en van witwassen (feit 4). De officier van justitie heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Bij arrest van 23 april 2013 onder parketnummer 20-000224-10 heeft het gerechtshof
's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's-Hertogenbosch, de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, voor zover gericht tegen het onder 4 ten laste gelegde, het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde. Tegen dit arrest is door de advocaat-generaal beroep in cassatie ingesteld.
Bij arrest van 9 juni 2015 (nr. S 13/02273) heeft de Hoge Raad het arrest van het hof vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde en de zaak verwezen naar dit hof, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is – na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad – gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof het vonnis van de rechtbank zal vernietigen, opnieuw rechtdoende het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 54 maanden met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is integrale vrijspraak bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat in hoger beroep de tenlastelegging – en aldus de grondslag van het onderzoek – is gewijzigd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep en voor zover thans nog aan het oordeel van het hof is onderworpen – ten laste gelegd dat:
1.hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 25 september 2007 te Rotterdam en/of Maastricht en/of Eindhoven en/of Roermond en/of Weert en/of Costa Rica en/of Panama en/of Colombia, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 1674,96 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I;
Subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 25 september 2007 te Rotterdam en/of Maastricht en/of Eindhoven en/of Roermond en/of Weert en/of Costa Rica en/of Panama en/of Colombia, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het
grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht ongeveer 1674,96 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst 1;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks
de periode van 1 januari 2007 tot en met 25 september 2007 te Rotterdam en/of Maastricht en/of Eindhoven en/of Roermond en/of Weert en/of Costa Rica en/of Panama en/of Colombia, in elk geval in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door;
- af te reizen naar Costa Rica en/of
- in Costa Rica de container te laden met de lading met cocaïne en/of
- in een aantal dozen de voormelde hoeveelheid cocaïne te verstoppen en/of doen
verstoppen, en/of
- het vervoer van de verdovende middelen te organiseren, en/of
- een (dek)lading koffie in gestapelde dozen op pallets in een container naar Nederland te doen verschepen, en/of
- in Nederland voormelde container te helpen lossen, en/of
- alle pallets in de loods ( [adres] 134D te Weert) te plaatsen en/of
- in de voormelde loods werkzaamheden te verrichten (onder meer) bestaande uit (een deel van) de lading uitpakken, en/of
- ( meermalen) (een) ontmoeting(en) te hebben met betrekking tot het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of afleveren en/of vervoeren van voornoemde
verdovende middelen, en/of
- ( meermalen) (een) betaling(en) en/of overboeking(en) te verrichten en/of doen en/of
ontvangen met betrekking tot de uitvoering van een of meer van dat/die te plegen
misdrijf/misdrijven;
2.hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2007 tot en met 19 september 2007 te Rotterdam en/of Maastricht en/of Eindhoven en/of Roermond en/of Weert en/of Costa Rica en/of Panama en/of Colombia, in elk in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van (ongeveer) 1674,96 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of een ander of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of een of meer mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en aldaar opzettelijk:
- een loods in Costa Rica gehuurd, en/of
- ( vervolgens) in een aantal dozen de voormelde hoeveelheid cocaïne verstopt en/of doen verstoppen, en/of
- ( vervolgens) het vervoer van de verdovende middelen georganiseerd, en/of
- ( vervolgens) een (dek)lading koffie in gestapelde dozen op pallets in een container naar Nederland doen verschepen, en/of
- ( vervolgens) in Nederland een loods en/of vorkheftruck gehuurd, en/of
- ( vervolgens) opdracht gegeven en/of doen geven de voormelde container naar een loods in Weert te doen vervoeren, en/of
- ( meermalen) (een) ontmoeting(en) gehad met betrekking tot het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of afleveren en/of vervoeren van voornoemde verdovende middelen, en/of
- ( meermalen) (een) telefoongesprek(ken) gevoerd met betrekking tot het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of afleveren en/of vervoeren van voornoemde verdovende middelen, en/of
- ( meermalen) (een) betaling(en) en/of overboeking(en) verricht en/of gedaan en/of ontvangen met betrekking tot de uitvoering van een of meer van die te plegen misdrijf/misdrijven;
3.hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 september 2007 tot en met 19 september 2007 te Rotterdam en/of Maastricht en/of Eindhoven en/of Roermond en/of Weert, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk ongeveer 1 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van het materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I heeft afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd althans voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan. Bij dit oordeel heeft het hof, evenals de rechtbank, het volgende in aanmerking genomen.
Uit de voorhanden zijnde stukken leidt het hof af dat de verdachte doende is geweest met het onderhavige koffietransport waarin de verdovende middelen zijn aangetroffen. De verdachte heeft ten behoeve van de invoer van de koffie zijn contacten in Costa Rica overgedragen aan de medeverdachten. Tevens heeft hij een grote rol gespeeld bij het zoeken naar een geschikte loods voor de medeverdachten in Costa Rica.
Uit het strafdossier blijkt overigens dat verdachte al langer contacten onderhield (en handel dreef) met medeverdachte [medeverdachte 2], die door het hof als een van de sleutelfiguren ten aanzien van het onderhavige transport cocaïne wordt aangemerkt.
Bovendien heeft verdachte de gang van zaken rond het onderhavige transport intensief gevolgd. Uit de inhoud van de tapgesprekken blijkt dat hij regelmatig telefonisch contact hierover heeft gehad met zijn medeverdachten, waarbij het hof zich niet aan de indruk kan onttrekken dat er door verdachte in bedekte termen over het transport werd gesproken. Verder blijkt uit het bewijsmateriaal dat verdachte zich in Weert bevond op het moment dat de betreffende container werd gelost.
De verdachte heeft een verklaring afgelegd voor deze intensieve bemoeienis met de gang van zaken rondom het transport. De verdachte heeft verklaard dat hij hierbij belang had, omdat hij over deze partij koffie commissie zou ontvangen. Deze verklaring wordt, zo blijkt uit het strafdossier, door andere personen bevestigd.
Het hof overweegt dat een bepaalde mate van betrokkenheid in deze gerechtvaardigd is, doch dat de door de verdachte ten toon gespreide belangstelling bij het onderhavige transport niet geheel strookt met het door hem opgegeven belang. Hierbij is in aanmerking genomen dat voor het transport reeds bekend was hoeveel koffie er getransporteerd zou worden en wat de commissie zou bedragen. Het transport op zichzelf was dan ook minder interessant voor de verdachte. Daarnaast zijn de verklaringen van de verdachte rondom de gang van zaken ten aanzien van het transport ook niet altijd consistent (met name voor wat betreft zijn verhaal over de auto die medeverdachte [medeverdachte 2] die dag aan hem zou leveren). De door verdachte afgelegde verklaringen kunnen naar het oordeel van het hof evenwel niet als kennelijk leugenachtig worden aangemerkt.
Alles in aanmerking genomen, is het hof van oordeel dat het strafdossier doet vermoeden dat het belang van verdachte bij de betreffende container groter is geweest dan hij doet voorkomen, doch dat het strafdossier onvoldoende concrete aanwijzingen bevat die de verdachte direct in verband brengen met de invoer van de hoeveelheid cocaïne die bij de partij koffie is aangetroffen. Nu op grond van het voorhanden zijnde bewijsmateriaal niet kan worden aangetoond dat de verdachte daadwerkelijk betrokken is geweest bij de invoer van cocaïne vanuit Costa Rica naar Nederland in de zin dat hij wetenschap (eventueel in de vorm van voorwaardelijk opzet) had van het drugstransport, zal hij worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1, subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door:
mr. A.M.G. Smit, voorzitter,
mr. A.R. Hartmann en mr. N. van der Laan, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.J.F. Heirman, griffier,
en op 29 oktober 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. N. van der Laan is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.