NJ 1943/312
Vervuiling van de „Voorste Stroom". Onrechtmatige daad van de gemeente Tilburg jegens eigenaar van oeverperceel. Kostbare en minder kostbare reinigingsmethode. Noodtoestand? Ontoelaatbaar novum in cassatie.
HR 19-03-1943, ECLI:NL:HR:1943:66 (Voorste Stroom VI)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 maart 1943
- Magistraten
Mrs. van Loon, Fick, Nypels, Smits en Weitjens
- Zaaknummer
[19031943/NJ_1943-312]
- Conclusie
Mr. Berger
- Roepnaam
Voorste Stroom VI
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS107591:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1943:66, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑03‑1943
- Wetingang
(BW art. 1401; Rv art. 398-429.)
Essentie
Vervuiling van de „Voorste Stroom". Onrechtmatige daad van de gemeente Tilburg jegens eigenaar van oeverperceel. Kostbare en minder kostbare reinigingsmethode. Noodtoestand? Ontoelaatbaar novum in cassatie.
Samenvatting
De al of niet oirbaarheid van het door de gemeente kiezen van de goedkoopere methode om het vuilwatervraagstuk op te lossen is belichaamd in twee stellingen van het cassatiemiddel, welke stellingen echter niet voor het eerst in cassatie kunnen worden onderzocht, aangezien de beslissing daaromtrent afhangt van een onderzoek mede van feitelijken aard.
Het kiezen van de goedkoopere methode kan, uit het oogpunt der te behartigen gemeentebelangen, heel goed gerechtvaardigd en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.