Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/104/EU betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op de bepalingen van het mededingingsrecht van de lidstaten en van de Europese Unie
Artikel 18 Schorsende werking en andere gevolgen van buitengerechtelijke geschillenbeslechting
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2014
- Bronpublicatie:
26-11-2014, PbEU 2014, L 349 (uitgifte: 05-12-2014, regelingnummer: 2014/104/EU)
- Inwerkingtreding
25-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2014, PbEU 2014, L 349 (uitgifte: 05-12-2014, regelingnummer: 2014/104/EU)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de verjaringstermijn voor het instellen van een schadevordering wordt geschorst voor de duur van elke buitengerechtelijke geschillenbeslechtingsprocedure. De schorsing van de verjaringstermijn geldt enkel voor de partijen die bij de buitengerechtelijke geschillenbeslechting zijn of waren betrokken of vertegenwoordigd.
2.
Onverminderd de nationaalrechtelijke bepalingen inzake arbitrage zorgen de lidstaten ervoor dat de nationale rechterlijke instantie bij wie een schadevordering aanhangig is, de procedure kan schorsen voor maximaal twee jaar indien de partijen bij deze procedure betrokken zijn bij buitengerechtelijke geschillenbeslechting in verband met de schadeclaim waarop die schadevordering betrekking heeft.
3.
Een mededingingsautoriteit kan oordelen dat de schadevergoeding die ingevolge een schikkingsovereenkomst en voorafgaand aan een beslissing een boete op te leggen is betaald, een verzachtende factor is.