Rb. Amsterdam, 23-07-2021, nr. CV 20-21058
ECLI:NL:RBAMS:2021:5265
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
23-07-2021
- Zaaknummer
CV 20-21058
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2021:5265, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 23‑07‑2021; (Eerste aanleg - enkelvoudig, Verstek)
- Vindplaatsen
Uitspraak 23‑07‑2021
Inhoudsindicatie
ambtshalve toetsing, overeenkomst energie, online afgesloten via prijsvergelijker, niet voldaan aan vereisten bestelknop ex artikel 6:230v lid 3 BW, overeenkomst vernietigbaar, vordering afgewezen.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8891452 CV EXPL 20-21058
vonnis van: 23 juli 2021
fno.: 48616/364
vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NUTSSERVICES B.V. handelende onder de naam BUDGETENERGIE
gevestigd te Amsterdam
eiseres, nader te noemen: Budgetenergie
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.
t e g e n
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
niet verschenen.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij exploot van dagvaarding van 11 november 2020, met producties, heeft Budgetenergie gevorderd dat gedaagde zal worden veroordeeld tot betaling van € 365,00 met nevenvorderingen, een en ander zoals in de dagvaarding nader omschreven.
Gedaagde heeft geen uitstel verzocht en evenmin geantwoord. Tegen gedaagde is verstek verleend, waarna vonnis is bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Budgetenergie baseert de vordering onder meer op de door haar overgelegde eindnota van 20 augustus 2019, die ziet op de periode 17 april 2019 tot 23 juli 2019. Verder is gedaagde volgens Budgetenergie door opzegging binnen één jaar na sluiting van de overeenkomst op grond van de algemene voorwaarden een opzegvergoeding verschuldigd.
Voorop wordt gesteld dat de dagvaarding de eis en gronden daarvan moet vermelden en dat Budgetenergie de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid moet aanvoeren.
Gedaagde is een consument, althans wordt vermoed consument te zijn. In dat geval moet de kantonrechter ambtshalve onderzoeken of de bedingen die in de tussen partijen gesloten overeenkomst staan niet oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG (richtlijn oneerlijke bedingen). De kantonrechter moet ook ambtshalve onderzoeken of eiseres de op haar rustende informatieverplichtingen heeft nageleefd.
Volgens Budgetenergie heeft gedaagde via de website van een zogenoemde prijsvergelijker een overeenkomst gesloten. Derhalve is sprake van een overeenkomst op afstand. Dat betekent dat Budgetenergie bij het aangaan van de overeenkomst heeft moeten voldoen aan de verplichtingen als genoemd in artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5. In die artikelen is onder meer bepaald welke informatie, op welke wijze en wanneer deze moet worden verstrekt. De leden 2, 3 en 4 van artikel 6:230v BW zijn toegesneden op overeenkomsten die op elektronische wijze worden gesloten. In het derde lid van artikel 6:230v BW is als bijzondere verplichting bepaald dat het elektronische bestelproces zo moet worden ingericht dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt.
6. Hoewel Budgetenergie geen nadere toelichting heeft gegeven op de in het geding gebrachte schermafdrukken, wordt ervan uit gegaan dat de schermafdruk met de knop ‘aanvragen’ het laatste scherm betreft, waar de bestelling online wordt geplaatst. Bij die bestelknop is geen duidelijke mededeling gedaan dat met het aanklikken van die knop de consument een betalingsverplichting aangaat. Er is dan ook niet voldaan aan het vereiste van artikel 6:230v lid 3 BW.
7. Als gevolg daarvan is de overeenkomst vernietigbaar, zo is in hetzelfde artikellid bepaald. Dit is een implementatie van artikel 8 lid 2 van de Richtlijn 2011/83/EU, waaruit volgt dat wanneer niet is voldaan aan de bepaling over de bestelknop, de consument niet door de overeenkomst of de bestelling is gebonden.
8. Gedaagde is derhalve niet gebonden aan de overeenkomst, zodat hij - nog los van de vraag of aan de (pre)contractuele informatieverplichtingen is voldaan - de gevorderde hoofdsom niet is verschuldigd. De vordering wordt daarom afgewezen, waarbij overigens wordt opgemerkt dat dat niet betekent dat Budgetenergie is ontheven van haar verplichtingen uit de overeenkomst.
9. Als de in het ongelijk gestelde partij, wordt Budgetenergie veroordeeld in de kosten van het geding, begroot op nihil.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Budgetenergie in de kosten van het geding, aan de zijde van gedaagde begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.