FED 2020/72
Geen kwade trouw in de zin van art. 16 AWR. Nieuw feit dat navordering rechtvaardigt.
HR 20-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:2011, m.nt. I.L.S. IJzerman
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 2019
- Magistraten
Mrs. De Groot, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
19/02664
- Noot
I.L.S. IJzerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS199388:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:2011, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑12‑2019
- Wetingang
Art. 16 AWR
Essentie
Geen kwade trouw in de zin van art. 16 AWR. Nieuw feit dat navordering rechtvaardigt.
Samenvatting
Belanghebbende heeft in haar aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) over de jaren 2008 t/m 2011 aanzienlijke bedragen aan persoonsgebonden aftrek aangegeven. De Inspecteur heeft over de jaren 2008 en 2009 aanslagen opgelegd, waarin die aangiften zijn gevolgd. Naar aanleiding van de aanslagregeling 2010 heeft de Inspecteur vragen gesteld over de aangifte IB/PVV 2010. Later heeft hij ook de jaren 2008 en 2009 in het onderzoek betrokken. Vervolgens heeft de Inspecteur navorderingsaanslagen opgelegd over 2008 en 2009 en is de Inspecteur ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.