Rb. Noord-Holland, 22-03-2017, nr. 5476616
ECLI:NL:RBNHO:2017:2344
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
22-03-2017
- Zaaknummer
5476616
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNHO:2017:2344, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 22‑03‑2017; (Bodemzaak, Eerste aanleg - enkelvoudig, Op tegenspraak)
- Vindplaatsen
AR 2017/2391
Uitspraak 22‑03‑2017
Inhoudsindicatie
Koopovereenkomst onder opschortende voorwaarde. Aan koper kan van eenzijdig ongeval waardoor vervulling van de voorwaarde is belet een verwijt worden gemaakt. De redelijkheid en billijkheid brengt met zich mee dat opschortende voorwaarde als vervuld geldt.
Partij(en)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 5476616 \ CV EXPL 16-8934 (NE/WS)
Uitspraakdatum: 22 maart 2017
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap Renses Automobielbedrijven Alkmaar B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Alkmaar
eiseres
verder te noemen: Renses
gemachtigde: K.W.A. van der Meer
tegen
[X]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. N. Ozdemir-Yesil van DAS
1. Het procesverloop
1.1.
Renses heeft bij dagvaarding van 25 oktober 2016 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 10 februari 2017 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Renses bij brief van 31 januari 2017 nog stukken toegezonden.
2. De feiten
2.1.
[gedaagde] is op 25 maart 2016 tegen het einde van de middag bij Renses langsgegaan. Na het maken van een proefrit met een Mitsubishi Pajero Sport met kenteken [kenteken] (verder: de auto) hebben Renses als verkoper en [gedaagde] als koper die dag een koopovereenkomst getekend met betrekking tot de auto voor een prijs € 7.200,00.
2.2.
[gedaagde] heeft de auto die dag van Renses meegekregen terwijl de koopprijs nog niet was voldaan. De kentekenpapieren waren nog niet aan [gedaagde] afgegeven. De auto was voorts niet allrisk verzekerd.
2.3.
[gedaagde] is later op die dag betrokken bij een eenzijdig ongeluk, waarbij [gedaagde] gewond is geraakt en de auto ernstig is beschadigd. Het ongeluk vond omstreeks 23:30 uur plaats.
2.4.
Bij factuur van 29 maart 2016 brengt Renses € 7.200,00 bij [gedaagde] in rekening.
3. De vordering
3.1.
Renses vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 8.006,81, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 7.200,00, alsmede tot betaling van de proceskosten, de nakosten en de kosten van betekening. Voorgaand bedrag bestaat uit de hoofdsom van € 7.200,00, wettelijke rente tot 25 oktober 2016 van € 71,81 en buitengerechtelijke incassokosten van € 735,00.
3.2.
Renses legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen, op grond waarvan zij de auto aan [gedaagde] heeft geleverd, zodat sprake is van een geldige overdracht. [gedaagde] is in gebreke gebleven met betaling van de koopprijs. Renses vordert nakoming van de koopovereenkomst. Aan de subsidiaire vordering legt Renses ten grondslag dat door het ongeval de auto total loss is, waardoor Renses schade lijdt ter hoogte van € 7.200,00, zijnde de aankoopprijs, die ingevolgd artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW) voor rekening van [gedaagde] komt. Het onrechtmatig handelen van [gedaagde] bestaat uit een inbreuk op het eigendomsrecht van Renses. Hiervoor heeft [gedaagde] geen rechtvaardigheidsgrond. Dat [gedaagde] zou zijn afgesneden is niet onderbouwd en wordt betwist. Het onrechtmatig handelen kan aan [gedaagde] worden toegerekend, nu het aan zijn schuld is te wijten dat de auto total loss is.
4. Het verweer
4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat de koopovereenkomst is gesloten onder voorwaarde van een proefrit en goedkeuring door een bevriende monteur. [gedaagde] heeft de auto vervolgens in verband met de proefrit meegekregen. [gedaagde] was na het ongeval bewusteloos, zodat hij niet is gehoord door de aanwezige politieagenten. Wel is een alcoholtest afgenomen, waaruit is gebleken dat geen sprake was van alcoholgebruik. Hij is opgenomen in het ziekenhuis en heeft pas de volgende ochtend Renses op de hoogte kunnen stellen van het ongeluk. [gedaagde] betwist de vordering tot nakoming van de koopovereenkomst, nu de overeenkomst onder voorwaarde is gesloten en de voorwaarde niet is vervuld. Verder betwist [gedaagde] dat de auto aan hem is geleverd. De auto is nimmer op zijn naam gezet en het kentekenbewijs is niet overhandigd. Dit is wel onderdeel van de levering. De auto is dan ook eigendom van Renses gebleven. Dit betekent ook dat [gedaagde] niet de mogelijkheid heeft gehad de auto te verzekeren. [gedaagde] betwist voorts dat hij een onrechtmatige daad heeft begaan en voert verweer tegen de hoogte van de schade. Renses heeft niet onderbouwd dat de auto economisch totaal verloren is gegaan, wat de dagwaarde is en wat de restwaarde van de auto is. Indien [gedaagde] al een bedrag verschuldigd zou zijn, is dit hooguit de dagwaarde. [gedaagde] voert verder verweer tegen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten.
5. De beoordeling
5.1.
Tussen partijen is in geschil de vraag wie als eigenaar van de auto heeft te gelden. Renses stelt zich op het standpunt dat de eigendom van de auto bij [gedaagde] rust. Volgens [gedaagde] daarentegen is Renses eigenaar gebleven van de auto. Enerzijds omdat de voorwaarde waaronder de koopovereenkomst is gesloten niet is ingetreden en anderzijds omdat geen levering heeft plaatsgevonden, nu daarvoor is vereist dat zowel de auto als de autopapieren ter beschikking worden gesteld. Het volgende wordt hierover overwogen.
5.2.
De kantonrechter gaat er veronderstellende wijs vanuit dat, zoals [gedaagde] stelt, tussen partijen is afgesproken dat de koopovereenkomst is gesloten onder de voorwaarde dat de bevriende monteur de auto zou goedkeuren. Artikel 6:21 van het BW bepaalt dat een verbintenis voorwaardelijk is wanneer bij een rechtshandeling haar werking van een toekomstig onzekere gebeurtenis afhankelijk is gesteld. Artikel 6:22 van het BW bepaalt dat een opschortende voorwaarde de werking van een verbintenis eerst met het plaatsvinden van de gebeurtenis doet aanvangen. De kantonrechter kwalificeert de, veronderstellende wijs aangenomen, afspraak tussen partijen als een dergelijke opschortende voorwaarde. De werking van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst, en de daaruit voortvloeiende verbintenissen, vangt aldus eerst aan nadat de bevriende automonteur de auto heeft goedgekeurd. De koopovereenkomst heeft dan geen werking tot het moment waarop de bevriende monteur de auto heeft goedgekeurd. Vast is komen te staan dat het nimmer tot een keuring van de auto door de bevriende monteur heeft kunnen komen omdat de auto ernstig is beschadigd door het eenzijdig ongeval. De vraag is vervolgens voor wiens risico deze onmogelijkheid tot keuring moet komen.
5.3.
Artikel 6:23, eerste lid, van het BW bepaalt dat wanneer de partij die bij de niet- vervulling belang had, de vervulling heeft belet, de voorwaarde als vervult geldt, indien de redelijkheid en billijkheid dit verlangen. De kantonrechter stelt voorop dat [gedaagde] belang had bij de niet-vervulling omdat [gedaagde] in dat geval de niet goedgekeurde auto niet hoefde af te nemen. De vervulling van de voorwaarde is belet door het eenzijdig ongeval waardoor de auto ernstige schade heeft opgelopen. Niet gezegd kan worden dat [gedaagde] de vervulling van de voorwaarde opzettelijk heeft belet: gesteld nog gebleken is dat [gedaagde] de auto opzettelijk heeft beschadigd. De vraag is wel of de redelijkheid en billijkheid zich verzet tegen een beroep van [gedaagde] op het niet intreden van de opschortende voorwaarde. De kantonrechter beantwoordt die vraag bevestigend. Daartoe stelt de kantonrechter allereerst vast dat van een proefrit geen sprake was nu de koopovereenkomst reeds door [gedaagde] was ondertekend. Een proefrit vindt immers slechts plaats voordat een koopovereenkomst is ondertekend. [gedaagde] heeft aldus een door Renses meegegeven auto onder zich gekregen waarvoor [gedaagde] de zorgvuldigheid moest betrachten als ware het zijn eigen voertuig. Renses gaf de auto immers in goed vertrouwen mee zonder dat er was betaald of financiële zekerheid was gesteld. In dat verband had het ook in de rede gelegen dat [gedaagde] navraag had gedaan naar de verzekering van de auto. Door Renses is bovendien gesteld dat [gedaagde] schuld had aan het eenzijdig ongeval. Vervolgens is dit door [gedaagde] betwist en heeft [gedaagde] gesteld dat sprake was van overmacht: [gedaagde] zou zijn afgesneden door een derde terwijl er sprake was van dikke mist. Renses heeft er vervolgens op gewezen dat [gedaagde] zijn stellingen feitelijk niet nader heeft onderbouwd en ook geen aangifte heeft gedaan tegen deze derde. Dat geen aangifte is gedaan is door [gedaagde] erkend. De kantonrechter oordeelt al met al dat [gedaagde] , in het licht van de gemotiveerde betwisting van Renses, zijn stelling dat sprake was van overmacht onvoldoende heeft onderbouwd. Wel staat vast dat [gedaagde] tegen middernacht met de auto is gaan rijden in dichte mist en de macht over het stuur is verloren waardoor de auto tegen een boom is beland. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] in ieder geval een verwijt kan worden gemaakt van het eenzijdig ongeval waardoor de vervulling van de opschortende voorwaarde is belet.
5.4.
De kantonrechter oordeelt dan ook dat [gedaagde] de vervulling van de voorwaarde heeft belet en dat de redelijkheid en billijkheid met zich meebrengt dat de opschortende voorwaarde als vervult geldt. Dat betekent dat de werking van de koopovereenkomst alsnog is aangevangen door het vervullen van de opschortende voorwaarde. De koopovereenkomst, en de daaruit voortvloeiende verbintenissen zijn daarmee niet langer voorwaardelijk.
5.5.
[gedaagde] beroept zich voorts op het ontbreken van de vereisten voor overdracht. Ingevolge artikel 3:84 in samenhang met artikel 3:90 van het BW geschiedt overdracht van roerende zaken door middel van levering krachtens geldige titel door een beschikkingsbevoegde. Levering vindt plaats door middel van bezitsverschaffing. De auto en de autosleutels zijn ter beschikking gesteld van [gedaagde] , waardoor [gedaagde] de auto in zijn macht heeft en feitelijke bezitsverschaffing heeft plaatsgevonden. Voor een geldige levering is niet nodig dat naast bezitsverschaffing de auto op naam is gesteld van [gedaagde] . Dat de autopapieren niet aan [gedaagde] zijn verstrekt staat dan ook niet aan levering in de weg. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat levering van de auto heeft plaatsgevonden. Uiteraard zal Renses desgevraagd medewerking moeten verlenen aan het op naam van [gedaagde] stellen van de auto en aan de afgifte van de autopapieren.
5.6.
De kantonrechter zal het primair gevorderde, de koopsom van € 7.200,00, toewijzen. De subsidiaire grondslag, en dus de vraag of [gedaagde] onrechtmatig tegen Renses heeft gehandeld, behoeft geen bespreking. Omdat sprake is van verzuim aan de zijde van [gedaagde] zal ook de gevorderde wettelijke rente, die tot 25 oktober 2016 € 71,81 bedraagt, worden toegewezen. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden eveneens toegewezen omdat de incassobrief van 13 juni 2016 voldoet aan de wettelijke eisen en het gevorderde bedrag van € 735,00 in overeenstemming is met het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] omdat hij ongelijk krijgt. Daarbij wordt [gedaagde] ook veroordeeld tot betaling van € 100,00 aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door Renses worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
6. De beslissing
De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Renses tegen kwijting te betalen een bedrag van € 8.006,81, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 7.200,00 vanaf 25 oktober 2016 tot aan de dag van algehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die tot heden voor Renses worden vastgesteld op een bedrag van € 1.051,77, waaronder begrepen een bedrag van € 500,00 voor salaris van de gemachtigde van Renses;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 100,00 aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door Renses worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A. Swildens en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter