V-N 2019/19.20
Nogmaals verwijzing om kennelijk onbehoorlijk bestuur van bestuurder te onderzoeken
HR 12-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:576, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 2019
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
18/01266
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS45232:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:576, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑04‑2019
- Wetingang
Essentie
Volgens de Hoge Raad heeft Hof Arnhem-Leeuwarden miskend dat het X in beginsel vrijstaat om op grond van een eigen afweging te bepalen welke schuldeisers van de bv zouden worden voldaan. Aan Hof Den Haag nu de taak om uit te zoeken of er sprake is van onbehoorlijk bestuur.
Samenvatting
F bv is een van de aandeelhouders van E bv. Belanghebbende, X, houdt de aandelen in F bv. Medio 2007 wordt F bv benoemd tot bestuurder van E bv. Op 30 juni 2008 zegt M bv, in feite de enige opdrachtgever van E bv, een vervoerscontract ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.