Einde inhoudsopgave
Besluit personenvervoer 2000
Artikel 74
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
05-12-2006, Stb. 2006, 674 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2006, Stb. 2006, 675 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
1.
Met het besturen van een bus wordt slechts diegene belast, die in het bezit is van een niet ouder dan vijf jaar zijnde geneeskundige verklaring waaruit blijkt dat hij geen lichamelijke of geestelijke afwijkingen heeft welke hem zouden kunnen beletten een bus naar behoren te besturen en dat hij beschikt over voldoende gehoor- en gezichtsvermogen. De geneeskundige verklaring wordt afgegeven door een deskundige persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet die belast is met de taken, bedoeld in de onderdelen b of c, van dat lid, of een arts die deel uitmaakt van een arbodienst als bedoeld in die wet.
2.
Indien Onze Minister vermoedt dat de bestuurder van een bus, werkzaam in het openbaar vervoer of besloten busvervoer, niet meer voldoet aan de eisen, bedoeld in het eerste lid, kan Onze Minister verlangen dat die bestuurder zich binnen een door Onze Minister vast te stellen termijn aan een nieuw geneeskundig onderzoek onderwerpt. Indien dit onderzoek daartoe aanleiding geeft, kan de geneeskundige verklaring worden ingetrokken.
3.
De bestuurder van een bus is verplicht de geneeskundige verklaring bij zich te hebben.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de afgifte van een geneeskundige verklaring en een geneeskundig onderzoek.