Zie HR 18 oktober 1994, LJN ZD1099, NJ 1995, 118, rov. 5.4.
HR, 26-03-2013, nr. 12/04771 B
ECLI:NL:HR:2013:BZ5410
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26-03-2013
- Zaaknummer
12/04771 B
- Conclusie
Mr. Vellinga
- LJN
BZ5410
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2013:BZ5410, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑03‑2013; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5410
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5410, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2013
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2013:BZ5410
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2013-0137
Uitspraak 26‑03‑2013
Inhoudsindicatie
Beschikking. Beklag a.b.i. art. 12 Sv. Het cassatieberoep is gericht tegen een beschikking van een gerechtshof inhoudende de ongegrondverklaring van het beklag a.b.i. art. 12i Sv. Ex art. 445 Sv staat tegen beschikkingen beroep in cassatie alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald. Nu in dat wetboek geen bepaling voorkomt volgens welke beroep in cassatie openstaat tegen een dergelijke beschikking kan verdachte in het ingestelde beroep niet worden ontvangen.
26 maart 2013
Strafkamer
nr. S 12/04771 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 maart 2012, nummer K 11/0283, op een klaagschrift als bedoeld in art. 12 Sv, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1947.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. H.J. Bettink, advocaat te Haarlem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de klager niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
2.1. Het cassatieberoep is gericht tegen een beschikking van een gerechtshof inhoudende de ongegrondverklaring van het beklag als bedoeld in art. 12i Sv.
2.2. Volgens art. 445 Sv staat tegen beschikkingen beroep in cassatie alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald. Nu in dat wetboek geen bepaling voorkomt volgens welke beroep in cassatie openstaat tegen een beschikking als bedoeld in art. 12i Sv kan de verdachte in het ingestelde beroep niet worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheer J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend E. Schnetz, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 maart 2013.
Conclusie 29‑01‑2013
Mr. Vellinga
Partij(en)
Nr. 12/04771 B
Mr. Vellinga
Zitting: 29 januari 2013
Conclusie inzake:
[Klager]
1.
Het beroep in cassatie heeft betrekking op een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam d.d. 29 maart 2012 waarbij een klacht over niet vervolgen is afgewezen.
2.
Klager stelt ontvankelijk te zijn in zijn beroep in cassatie omdat het Hof fundamentele rechten als vervat in art. 6 EVRM heeft geschonden. Aldus wordt miskend dat de beoordeling van een klacht tot vervolging van een strafbaar feit geen betrekking heeft op het vaststellen van burgerlijke rechten en verplichtingen of op het bepalen van de gegrondheid van een strafvervolging. Dit betekent dat het bepaalde in art. 6 EVRM niet van toepassing is op de onderhavige procedure.
3.
Klager kan bij gebreke van een wettelijke voorziening1., die beroep in cassatie tegen de onderhavige beschikking mogelijk maakt, niet in zijn beroep in cassatie worden ontvangen.
4.
Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 29‑01‑2013