NJB 2020/2024
Beperking aan de mogelijkheid van cassatie voor de benadeelde partij: de wet bevat geen regeling ten aanzien van het instellen van beroep in cassatie door een benadeelde partij indien haar vordering door de appelrechter in het strafgeding niet-ontvankelijk is verklaard dan wel is afgewezen en noch de verdachte noch het openbaar ministerie cassatieberoep heeft ingesteld. In de strafzaak tegen de verdachte is geen cassatieberoep ingesteld door de verdachte of door het openbaar ministerie, zodat het cassatieberoep van de benadeelde partij niet in behandeling kan worden genomen
HR 25-08-2020, ECLI:NL:HR:2020:1324
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 augustus 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
19/05594
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1324, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑08‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:738, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2020
- Wetingang
(art. 421 Sv)
Essentie
Beperking aan de mogelijkheid van cassatie voor de benadeelde partij: de wet bevat geen regeling ten aanzien van het instellen van beroep in cassatie door een benadeelde partij indien haar vordering door de appelrechter in het strafgeding niet-ontvankelijk is verklaard dan wel is afgewezen en noch de verdachte noch het openbaar ministerie cassatieberoep heeft ingesteld. In de strafzaak tegen de verdachte is geen cassatieberoep ingesteld door de verdachte of door het openbaar ministerie, zodat het cassatieberoep van de benadeelde partij niet in behandeling kan worden genomen
Uitspraak
Inleiding
Het hof heeft het openbaar ministerie ter zake van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.