NJ 1939/297
Octrooi voor centrifugelediger (zelfde octrooi als behandeld bij H. R. 20 Nov. 1931 W. 12377 N. J. 1981, 1593). Thans fabrikant-verkooper als gevoegde partij In het geding. Beroep op gewijsde zaak (vonnis Rb. Winschoten 22 Sept. 1926) opnieuw afgewezen.
HR 24-06-1938, ECLI:NL:HR:1938:104, m.nt. Prof. E.M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 juni 1938
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Kirberger, Fick, Nypels, Meckmann
- Zaaknummer
[24061938/NJ_1939-297]
- Conclusie
Mr. Berger
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- JCDI
JCDI:ADS163616:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:104, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑06‑1938
- Wetingang
(BW art. 1354, 1902, 1954; Rv art. 285; Rijksoctrooiwet 1910 art. 30, 43.)
Essentie
Octrooi voor centrifugelediger (zelfde octrooi als behandeld bij H. R. 20 Nov. 1931 W. 12377 N. J. 1981, 1593). Thans fabrikant-verkooper als gevoegde partij In het geding. Beroep op gewijsde zaak (vonnis Rb. Winschoten 22 Sept. 1926) opnieuw afgewezen.
Samenvatting
Het Hof heeft op twee zelfstandige gronden het beroep op gewijsde zaak verworpen. De vrijheid van handelen van den verkooper van het apparaat (volgens het vonnis) tegenover den uitvinder is niet een recht, dat op den tateren verkrijger van het apparaat is overgegaan. Het onderdeel van het middel, dat tegen den tweeden grond opkomt, behoeft dus met te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.