FED 2022/78
Waardering latente inkomstenbelasting op aanmerkelijkbelangaandelen in de nalatenschap.
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:583, m.nt. mr. R.P.F.M. Hafkenscheid
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. Polak, Du Perron, Sieburgh, Wattendorff, Salomons
- Zaaknummer
21/00394
- Noot
mr. R.P.F.M. Hafkenscheid
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS655128:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:583, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:999, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑10‑2021
- Wetingang
Art. 20 lid 6 Successiewet 1956
Essentie
Waardering latente inkomstenbelasting op aanmerkelijkbelangaandelen in de nalatenschap.
Samenvatting
Zonder nadere motivering valt niet in te zien waarom de verschuldigde inkomstenbelasting ter zake van het rendement dat de overbedeelde erfgenaam na peildatum geniet op de tot een aanmerkelijk belang behorend aandelenpakket waarvan de heffing met toepassing van artikel 4.17 (oud) Wet IB 2001 naar deze erfgenaam is doorgeschoven niet geheel voor rekening van de overbedeelde erfgenaam zou komen en wat eraan in de weg zou staan om bij het vaststellen van de waarde van de aandelen op de peildatum rekening te houden met het rentevoordeel dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.