Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenbesluit 2000
Artikel 3.79a [Werkgever geen referent]
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2018
- Bronpublicatie:
09-04-2018, Stb. 2018, 107 (uitgifte: 19-04-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-04-2018, Stb. 2018, 107 (uitgifte: 19-04-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder een beperking verband houdend met seizoenarbeid, lerend werken, arbeid in loondienst, arbeid als kennismigrant, verblijf als houder van de Europese blauwe kaart of onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801 wordt niet afgewezen op de grond dat de werkgever niet krachtens artikel 2c van de Wet als referent is erkend of ten behoeve van het verblijf van de vreemdeling geen verklaring als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, van de Wet heeft afgelegd, indien de vreemdeling de Turkse nationaliteit heeft, in welk geval de werkgever niet als referent wordt aangewezen.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de gevallen waarin de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ter uitvoering van verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties niet wordt afgewezen om de reden dat ten behoeve van het verblijf van de vreemdeling geen verklaring als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onder k, van de Wet, is overgelegd. Daarbij kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de aanwijzing als referent.