Vrijstellingenbesluit [Aruba]
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2006
- Redactionele toelichting
De dag van de datum van publicatie, afkondiging en inwerkingtreding is gezet op 01.
- Bronpublicatie:
01-12-2006, Afkondigingsblad van Aruba 2006, 61 (uitgifte: 01-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2006, Afkondigingsblad van Aruba 2006, 61 (uitgifte: 01-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Voor de toepassing van artikel 128, eerste lid, ten 8°, onderdeel d, wordt onder verhuisboedel verstaan gebruikte goederen voor zover het betreft persoonlijke goederen die:
- a.
dienen voor het persoonlijke gebruik van de belanghebbende of voor de behoeften van zijn huishouden en die door de belanghebbende in zijn vroegere normale verblijfplaats zijn gebruikt,
- b.
bestemd zijn voor hetzelfde doel te worden gebruikt in zijn nieuwe normale verblijfplaats, en
- c.
buiten Aruba in gebruik waren, overeenkomstig de in dat land geldende voorwaarden, behoudens in door omstandigheden gerechtvaardigde gevallen.
2.
Onverminderd het eerste lid, geldt voor motorvoertuigen, sportvliegtuigen en pleziervaartuigen dat deze goederen, behoudens in door de omstandigheden gerechtvaardigde bijzondere gevallen, ten minste zes maanden vóór de datum waarop de belanghebbende zijn normale verblijfplaats in het buitenland heeft opgegeven, in bezit en eigendom zijn geweest en in zijn vroegere normale verblijfplaats zijn gebruikt.
3.
Van de vrijstelling zijn uitgesloten:
- a.
alcoholische producten;
- b.
tabak en tabaksproducten;
- c.
bedrijfsvoertuigen;
- d.
materieel voor bedrijfsdoeleinden, anders dan draagbare instrumenten voor kunsten en ambachten.
4.
Voor de vrijstelling komen alleen personen in aanmerking die hun normale verblijfplaats gedurende ten minste twaalf opeenvolgende maanden buiten Aruba hebben gehad. De Inspecteur kan in bijzondere omstandigheden van de eerste volzin afwijken, mits het in het voornemen van de betrokkene lag gedurende ten minste twaalf maanden buiten Aruba te verblijven.
5.
Bij de aangifte ten invoer legt de belanghebbende een lijst over van de in het eerste lid bedoelde goederen waarvoor aanspraak op de vrijstelling wordt gemaakt.
6.
De met vrijstelling ingevoerde motorrijtuigen, sportvliegtuigen en pleziervaartuigen als bedoeld in het tweede lid, mogen gedurende twaalf maanden, te rekenen vanaf de dag waarop de aangifte vanwege de Inspecteur is gedagtekend, niet in juridische of economische eigendom of in bezit worden overgedragen, noch worden bezwaard of tot zekerheid in eigendom worden overgedragen, noch worden uitgeleend, zonder voorafgaande toestemming van de Inspecteur.
7.
Indien niet aan de in het zesde lid genoemde voorschriften wordt voldaan, vervalt de vrijstelling en wordt de aangever de invoerrechten verschuldigd over de waarde en het tarief zoals deze golden op de dag dat de vrijstelling werd verleend.
8.
De met vrijstelling in te voeren goederen dienen binnen twaalf maanden nadat de normale verblijfplaats is overgebracht, te zijn ingevoerd, zodanig dat de aangever over de goederen beschikt. Dit kan geschieden in één of meer zendingen. In bijzondere gevallen kan de Inspecteur toestaan dat ook vrijstelling wordt verleend indien de goederen zullen worden ingevoerd nadat de twaalf maandstermijn is verstreken.