Het voorlopig getuigenverhoor
Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/42:42 Samenvatting van de geschiedenis van het voorlopig getuigenverhoor
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/42
42 Samenvatting van de geschiedenis van het voorlopig getuigenverhoor
Documentgegevens:
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS453404:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In het algemeen kan gesteld worden dat in Nederland steeds – onder wisselende voorwaarden – gebruik kon worden gemaakt van het middel van het voorlopig getuigenverhoor. Tegenwoordig wordt het voorlopig getuigenverhoor, na eeuwen waarin het diende tot de bewaring van bewijs, vooral gezien als een middel om bewijs (of zelfs: informatie) te verzamelen.
Na de opname van de regeling van het voorlopig getuigenverhoor in het wetboek van 1838, is de regeling in 1886, 1951 en 1988 versoepeld, omdat in de praktijk behoefte bestond aan een groter toepassingsbereik van het voorlopig getuigenverhoor. Na 1988 kon het middel zowel voorafgaand aan als tijdens een procedure worden verzocht zonder dat gevaar voor verlies van bewijs hoefde te worden aangetoond. Deze veranderde functie heeft geleid tot een toename van het aantal voorlopig getuigenverhoren en het in de schijnwerpers komen van de nadelen van het voorlopig getuigenverhoor. Vanaf 2002 heeft de rechter daarom meer mogelijkheden gekregen om een voorlopig getuigenverhoor af te wijzen.