NJ 1933, p. 60
Veearts handelend in strijd met art. 88 Veewet, doet een beroep op het gerechtigd zijn tot die handelingen en de beoogde behartiging van de algemeene gezondheidstoestand van den veestapel.
HR 27-06-1932, ECLI:NL:HR:1932:221, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 juni 1932
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel; Fick en Meckmann.
- Zaaknummer
[27061932/NJ_1933,_p._60]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS123756:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1932:221, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑06‑1932
- Wetingang
Essentie
Veearts handelend in strijd met art. 88 Veewet, doet een beroep op het gerechtigd zijn tot die handelingen en de beoogde behartiging van de algemeene gezondheidstoestand van den veestapel.
Samenvatting
Op de schriftuur kan niet worden, gelet, omdat de raadsman die namens req. het stuk heeft geteekend, daarbij niet verklaart tot het indienen bepaaldelijk gemachtigd te zijn, terwijl evenmin van een bijz. schriftelijken volmacht blijkt.
Al verklaart req. [die een groep gezonde, droogstaande koeien bij met mond- en klauwzeer aangetast vee heeft laten bréngen], dat hij in strijd met art. 82 der Viewet kwam, is de strekking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.