V-N 2022/30.21.3
Gerechtshof ziet geen reden om stukken buiten beschouwing te laten
HR 24-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:947
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 juni 2022
- Zaaknummer
21/03004
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bijstand en vertegenwoordiging
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:947, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑06‑2022
- Wetingang
Essentie
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de stukken van de nieuwe gemachtigde onjuiste verwijzingen en foutieve kopjes bevatten maar door die kennelijke verschrijvingen is niet onduidelijk in hoeverre die passages van belang zijn voor de stellingen van X bv. Voor ingrijpen op grond van art. 8:32a Awb is dus geen reden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Samenvatting
X bv doet BPM-aangifte voor diverse auto’s en maakt vervolgens bezwaar tegen de aldus voldane BPM. In hoger beroep oordeelt het hof bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.