Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
19-12-2002, Stcrt. 2002, 248 (uitgifte: 01-01-2002, regelingnummer: WDB02/498M)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2002, Stcrt. 2002, 248 (uitgifte: 01-01-2002, regelingnummer: WDB02/498M)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Loonbelasting (V)
1.
Met betrekking tot milieu-bedrijfsmiddelen als bedoeld in artikel 3.31, eerste lid, van de wet, is willekeurige afschrijving alleen mogelijk indien de aanmelding van de aangegane verplichtingen of gemaakte voortbrengingskosten, bedoeld in artikel 3.36, eerste lid, van de wet plaatsvindt binnen een termijn van drie maanden.
2.
De in het eerste lid bedoelde termijn vangt aan:
- a.
met betrekking tot verplichtingen: bij het aangaan van de verplichting;
- b.
met betrekking tot voortbrengingskosten: bij de aanvang van het kalenderkwartaal volgend op dat waarin de kosten zijn gemaakt of, ingeval het bedrijfsmiddel ter zake waarvan de voortbrengingskosten zijn gemaakt in het kalenderkwartaal in gebruik is genomen, bij de ingebruikneming van het bedrijfsmiddel.
3.
Ingeval artikel 3.52, eerste lid, onderdeel a , van de wet toepassing vindt, vangt met betrekking tot voortbrengingskosten de termijn aan bij de inwerkingtreding van de ministeriële regeling indien dat leidt tot een aanmelding op een eerder tijdstip dan op grond van het eerste lid.