Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenwet 2000
Artikel 65 [Retour met vervoersonderneming]
Geldend
Geldend vanaf 15-09-2004
- Bronpublicatie:
13-05-2004, Stb. 2004, 212 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 29016)
- Inwerkingtreding
15-09-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-08-2004, Stb. 2004, 439 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
1.
De vreemdeling:
- a.
die Nederland is binnengekomen aan boord van een vaartuig of luchtvaartuig in gebruik bij een vervoersonderneming en die Nederland onmiddellijk dient te verlaten, of
- b.
die met het oog op zijn uitzetting is aangehouden binnen zes maanden nadat hij is binnengekomen aan boord van een vaartuig of luchtvaartuig in gebruik bij een vervoersonderneming, kan worden uitgezet door plaatsing aan boord van een vaartuig of luchtvaartuig in gebruik bij dezelfde vervoersonderneming.
2.
De vervoersonderneming vervoert op aanwijzing van een ambtenaar belast met de grensbewaking de vreemdeling, bedoeld in het eerste lid, om niet terug naar een plaats buiten Nederland en vindt daartoe zo nodig een ander middel voor de terugbrenging. Is zulks niet binnen redelijke tijd mogelijk, of, in het geval bedoeld in het eerste lid, onder b, niet binnen redelijke tijd na de aanhouding mogelijk, dan kunnen de kosten van uitzetting uit Nederland op die vervoersonderneming worden verhaald.
3.
Gezagvoerders van vaartuigen en luchtvaartuigen verlenen aan de uitzetting van de vreemdeling alle medewerking die de ambtenaar belast met de grensbewaking redelijkerwijs kan vorderen.
4.
Het eerste lid, onder b, is niet van toepassing op de vreemdeling die rechtmatig verblijf geniet tot een later tijdstip dan dat van vertrek van het vaartuig of luchtvaartuig aan boord waarvan hij is binnengekomen.