NJ 1933, p. 321
Verschijningsplicht van een tot afleggen van een getuigenis in een strafzaak gedagvaarde getuige staat vast. Geen zuivere vrijspraak.
HR 31-10-1932, ECLI:NL:HR:1932:243, m.nt. Prof. Mr. B.M. Taverne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 oktober 1932
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel, Kirberger en de Menthon Bake.
- Zaaknummer
[311932/NJ_1933,_p._321]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Noot
Prof. Mr. B.M. Taverne
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS153129:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1932:243, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑10‑1932
- Wetingang
Essentie
Verschijningsplicht van een tot afleggen van een getuigenis in een strafzaak gedagvaarde getuige staat vast. Geen zuivere vrijspraak.
Samenvatting
Bij het bevestigde vonnis is ten onrechte aangenomen, dat voor gereq. [die op last van den O. v. J. ter verschijning ter terechtzitting voor het afleggen van getuigenis in een strafzaak was gedagvaard] een verplichting tot verschijnen niet bestond, daar toch uit de artt. 282 en 289 Sv. volgt, dat iemand, die als getuige voor de behandeling van een strafzaak is opgeroepen, verplicht is datgene te doen, wat krachtens de wet van hem gevraagd wordt, n.l. verschijnen — waartoe ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.