Einde inhoudsopgave
Wet voortgezet onderwijs 2020
Artikel 5.48 Informatie over bekostiging
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
20-04-2022, Stb. 2022, 177 (uitgifte: 13-05-2022, kamerstukken: 35963)
30-09-2020, Stb. 2020, 379 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken: 35297)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
De inwerkingtreding van deze wijziging is gelijkgesteld met de inwerkingtreding van dit artikel (30-09-2022, Stb. 379). Inwerkingtreding voorheen: 08-07-2022, vastgesteld bij het KB van 30-06-2022, Stb. 285.
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Het bevoegd gezag of het samenwerkingsverband draagt er zorg voor dat Onze Minister beschikt over geordende gegevens die van belang zijn voor de berekening van de hoogte van de bekostiging, en over een verklaring over de juistheid van de bekostigingsgegevens, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek of een deskundige als bedoeld in artikel 121, zesde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES, aangewezen door de toezichthouder of het toezichthoudend orgaan.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de definiëring, de wijze van ordening en de beschikbaarstelling van de gegevens, bedoeld in het eerste lid.
3.
Het bevoegd gezag respectievelijk het samenwerkingsverband bewaart de gegevens, bedoeld in het eerste lid, en de boeken en bescheiden die daarop betrekking hebben, gedurende een periode van zeven jaar.
4.
De regels, bedoeld in het tweede lid, hebben geen betrekking op het persoonsgebonden nummer van een leerling of op de andere gegevens waarmee een leerling wordt geïdentificeerd.