Gst. 2014/24
Artikel 5:35 Awb. Hangende de procedure tegen de weigering om tot invordering van een verbeurde dwangsom over te gaan verjaart de bevoegdheid tot invordering. Wat had de derde-belanghebbende kunnen doen om dit te voorkomen?
ABRvS 24-12-2013, ECLI:NL:RVS:2013:2626, m.nt. C.J. IJdema (verjaring dwangsom en derdebelanghebbende)
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 december 2013
- Magistraten
(Mr. S.F.M. Wortmann)
- Zaaknummer
201304844/1/A1
- Noot
C.J. IJdema
- Roepnaam
verjaring dwangsom en derdebelanghebbende
- JCDI
JCDI:ADS200276:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2013:2626, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑12‑2013
- Wetingang
(Art. 5:35 Awb)
Essentie
Artikel 5:35 Awb. Hangende de procedure tegen de weigering om tot invordering van een verbeurde dwangsom over te gaan verjaart de bevoegdheid tot invordering. Wat had de derde-belanghebbende kunnen doen om dit te voorkomen?
Samenvatting
De Afdeling overweegt dat in gevallen als de onderhavige, waarin vaststaat en niet in geschil is dat een dwangsom is verbeurd en het college weigert in te vorderen, degene die in bezwaar en beroep opkomt tegen de weigering om tot invordering over te gaan het college in verband hiermee kan verzoeken de verjaringstermijn te stuiten of de verjaringstermijn te verlengen door uitstel van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.