Einde inhoudsopgave
Besluit aftrek van omzetbelasting 2020
3.3.4.3 Aftrek naar werkelijke gebruik
Geldend
Geldend vanaf 15-12-2020
- Bronpublicatie:
24-11-2020, Stcrt. 2020, 63000 (uitgifte: 14-12-2020, regelingnummer: 2020-167584)
- Inwerkingtreding
15-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2020, Stcrt. 2020, 63000 (uitgifte: 14-12-2020, regelingnummer: 2020-167584)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
De aftrek wordt niet vastgesteld op basis van het pro rata als de ondernemer of de inspecteur aannemelijk maakt dat het werkelijk gebruik, als geheel genomen voor alle algemene kosten, niet overeenkomt met de aftrek van voorbelasting zoals die wordt vastgesteld volgens de omzet pro rata. Hierbij geldt dat het werkelijk gebruik, voor alle algemene kosten tezamen, moet worden bepaald via een objectieve verdeelsleutel gebaseerd op bijvoorbeeld financiële gegevens (zoals marges, relevante opbrengsten1.) of m2-gebruik of m3-gebruik. Het gaat om een verdeelsleutel die nauwkeuriger de voorbelasting toerekent aan de belaste en vrijgestelde ondernemersactiviteiten2. of, anders gezegd, nauwkeuriger de inzet van de aangeschafte goederen en diensten voor de door de ondernemer verrichte handelingen weergeeft.
Het is voor andere goederen dan investeringsgoederen niet mogelijk om per in gebruik genomen goed een afzonderlijke aftrek naar werkelijke gebruik toe te passen. Een gemengde toepassing van omzet pro rata en werkelijk gebruik aftrek is niet toegestaan voor algemene kosten3..
Voor de aftrek voor onroerende investeringsgoederen gelden speciale regels (zie hoofdstuk 4). Voor deze goederen geldt dat het werkelijk gebruik voor elk investeringsgoed afzonderlijk moet worden beoordeeld (artikel 11, vierde lid, van de beschikking). Voor de bepaling van het werkelijk gebruik moet een onroerende zaak als geheel in aanmerking worden genomen. Gedeelten van een onroerende zaak die zich lenen voor volledig zelfstandig gebruik, zoals een zelfstandig gedeelte voor wonen en een zelfstandig gedeelte voor werken, kunnen echter wel afzonderlijk in de beoordeling van het werkelijk gebruik worden betrokken.
Voetnoten
HvJ 10 juli 2014, zaak C-183/13 (Banco Mais), ECLI:EU:C:2014:2056.
HvJ 9 juni 2016, zaak C-332/14 (Wolfgang und Dr. Wilfried Rey Grundstücksgemeinschaft GbR), ECLI:EU:C:2016:417.
HR 10 januari 2014, nr. 09/01485, ECLI:NL:HR:2014:9.