Goedkeuringswet EEG-Verdrag
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 14-12-1957
- Bronpublicatie:
05-12-1957, Stb. 1957, 493 (uitgifte: 13-12-1957, kamerstukken: 4725 )
- Inwerkingtreding
14-12-1957
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-1957, Stb. 1957, 493 (uitgifte: 13-12-1957, kamerstukken: 4725 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Wet van 5 december 1957, houdende goedkeuring van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, met Bijlagen, Protocollen en Overeenkomst
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het vanwege Ons op 25 maart 1957 te Rome ondertekende Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, met de daarbij behorende Bijlagen, met de eveneens daarbij behorende, onderscheidenlijk op 25 maart 1957 te Rome en op 17 april 1957 te Brussel ondertekende Protocollen, en met de eveneens daarbij behorende, op 25 maart 1957 te Rome ondertekende Overeenkomst met bijlagen en Protocollen, ingevolge artikel 60, lid 2, der Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft alvorens te kunnen worden bekrachtigd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: