Einde inhoudsopgave
Algemene douaneregeling
Artikel 7:9
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
28-12-2021, Stcrt. 2021, 48636 (uitgifte: 28-12-2021, regelingnummer: 2021-0000025821)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-12-2021, Stcrt. 2021, 48636 (uitgifte: 28-12-2021, regelingnummer: 2021-0000025821)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Agrarisch recht (V)
Douane (V)
Fiscaal strafrecht (V)
1.
Vrijstelling van rechten bij invoer wordt verleend voor het brengen in het vrije verkeer van goederen die bestemd zijn voor het persoonlijk gebruik — gebruik door inwonende gezinsleden daaronder begrepen — van leden van het administratief, technisch en bedienend personeel van in bijlage XVII genoemde diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen voor zover die personeelsleden zijn aangemeld bij Nederland.
2.
De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien het desbetreffende personeelslid Nederlander is, duurzaam in Nederland verblijft, of indien er op het moment van het in het vrije verkeer brengen sinds de aanvang van de tewerkstelling in Nederland meer dan 10 jaren zijn verstreken. Voorts is de vrijstelling niet van toepassing indien deze vrijstelling is of zal worden verleend door een andere lidstaat van de Europese Unie.
3.
De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid:
- a.
is voor zover het motorrijtuigen betreft, beperkt tot twee personenvoertuigen per personeelslid, tenzij met de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging is overeengekomen dat deze vrijstelling beperkt is tot één personenvoertuig per personeelslid;
- b.
wordt voor alcoholhoudende producten slechts verleend onder voorwaarde van wederkerigheid;
- c.
wordt niet verleend voor tabaksproducten.