HR, 18-06-2013, nr. 12/03767
ECLI:NL:HR:2013:CA3316
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18-06-2013
- Zaaknummer
12/03767
- Conclusie
Mr. Machielse
- LJN
CA3316
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2013:CA3316, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑06‑2013; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:CA3316
ECLI:NL:PHR:2013:CA3316, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2013
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2013:CA3316
- Vindplaatsen
Uitspraak 18‑06‑2013
Inhoudsindicatie
De HR verklaart het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk.
18 juni 2013
Strafkamer
nr. S 12/03767
SLU
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, van 12 december 2011, nummer 24/000559-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G.J. Boven, advocaat te Leusden, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft schriftelijk het standpunt ingenomen dat het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom - gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal - het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst, als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juni 2013.
Conclusie 28‑05‑2013
Mr. Machielse
Partij(en)
Nr. 12/03767
Mr. Machielse
Zitting 28 mei 2013
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1.
Mr. G.J. Boven, advocaat te Leusden, heeft in deze zaak bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld.
2.
Het eerste middel komt met een feitelijk vertoog op tegen een toereikend gemotiveerd oordeel van het Hof en is dus evident kansloos.
3.
Het tweede middel stelt dat het Hof gehouden was op een Meer- en Vaartverweer in te gaan. Niet wordt aangegeven welk verweer is gevoerd en evenmin waarom het oordeel van het Hof op dit punt tekort zou schieten. Voor zover hier al sprake is van een cassatiemiddel in de zin der wet, is het duidelijk tevergeefs voorgesteld.
4.
Beide middelen rechtvaardigen geen behandeling in cassatie.
5.
Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het cassatieberoep op de voet van artikel 80a RO.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden