Einde inhoudsopgave
Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie
Artikel 24 Vergoeding van overige reiskosten
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2008
- Bronpublicatie:
24-06-2008, Stb. 2008, 234 (uitgifte: 27-06-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2008, Stb. 2008, 234 (uitgifte: 27-06-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
1.
Indien door een medisch deskundige aan de ambtenaar vaccinatie of geneesmiddelen zijn voorgeschreven in verband met de dienstreis, worden de kosten daarvan aan de ambtenaar vergoed.
2.
Indien een ambtenaar aantoont dat hij tijdens een dienstreis als gevolg van ziekte of van een ongeval kosten heeft moeten maken, kan hiervoor door het bevoegd gezag een vergoeding worden toegekend voor zover de kosten ten laste van de ambtenaar blijven.
3.
Indien door het bevoegd gezag niet reeds daarin is voorzien, worden aan de ambtenaar vergoed de redelijkerwijs gemaakte kosten van een reisverzekering voor de duur van de dienstreis.
4.
Voor de kosten die voor rekening van de ambtenaar blijven in het geval de ambtenaar deze als gevolg van verlies, diefstal of beschadiging van voor de dienstreis meegenomen noodzakelijke bagage heeft moeten maken, kan een tegemoetkoming worden uitgekeerd tot maximaal € 2268,90 netto per dienstreis.
5.
Aan de ambtenaar die een dienstreis maakt van minimaal vier dagen, de reisdagen inbegrepen, worden de kosten vergoed van de noodzakelijk gemaakte kosten voor het wassen van de eigen kleding.
6.
De in verband met een dienstreis gemaakte kosten voor interlokale en internationale telefoongesprekken en voor gebruik van internet voor dienstdoeleinden worden op basis van overgelegde bewijsstukken vergoed. Indien geen bewijsstukken worden overgelegd, moet de ambtenaar aannemelijk maken dat hij die kosten heeft gemaakt.
7.
Indien klimatologische of andere bijzondere omstandigheden in een tijdens een dienstreis te bezoeken land daartoe aanleiding geven, kan aan de ambtenaar een vergoeding worden toegekend in de aangetoonde en noodzakelijk gemaakte kosten voor bijzondere kleding en uitrusting. De vergoeding bedraagt de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten van aanschaf van bijzondere kleding en uitrusting. Per kalenderjaar bedraagt de vergoeding maximaal € 453,78, waarvan € 226,89 voor gebieden met tropische warmte en € 226,89 voor gebieden met polaire koude, waartoe in ieder geval de gebieden, genoemd in bijlage II bij dit besluit, worden gerekend.