Einde inhoudsopgave
Landsverordening in-, uit- en doorvoer [Aruba]
Artikel 60
Geldend
Geldend vanaf 30-09-2016
- Bronpublicatie:
29-09-2016, Afkondigingsblad van Aruba 2016, 50 (uitgifte: 29-09-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-09-2016, Afkondigingsblad van Aruba 2016, 50 (uitgifte: 29-09-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Wanneer bij visitatie van goederen, onderworpen aan invoerrecht naar de waarde, de ambtenaren oordelen dat de aangegeven waarde van de gehele partij of van een of meer gedeelten waarvoor in de aangifte een afzonderlijk bedrag is vermeld, te laag is, delen zij dit, desverlangd schriftelijk, mede aan de aangever of, zo deze niet tegenwoordig is, aan de persoon die de goederen ter visitatie aanbiedt.
2.
De ambtenaren kunnen voor die goederen een hogere waarde vaststellen, welke waarde zij ter kennis van de aangever brengen door te zijner beschikking een verklaring neder te leggen ten kantore waar de aangifte is gedaan.
3.
Die nederlegging geschiedt niet vroeger dan 24 en niet later dan 48 uren na de vermelde mededeling, de zaterdagen, de zondagen en de krachtens de Arbeidsverordening met de zondag gelijkgestelde dagen niet meegerekend.
4.
De Inspecteur kan op schriftelijk verzoek van de aangever die termijnen met ten hoogste acht etmalen verlengen of wel eerstbedoelde termijn verkorten.
5.
Zolang de verklaring niet is neergelegd, kan de aangever de aangegeven waarde tot een door de Inspecteur voldoend geacht bedrag verhogen. Het aanbod van verhoging moet schriftelijk en in dubbel geschieden; een der exemplaren wordt de aangever teruggeven, nadat de beslissing daarop is aangetekend.
6.
Blijkt de ambtenaren vóór de nederlegging der verklaring dat de waarde niet te laag is aangegeven, dan kan de Inspecteur machtiging verlenen om de goederen onverwijld ter beschikking van de aangever te stellen.