Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/10.6.1:10.6.1 Niveau drie, a: “concentratie, fiscale eenheid btw”
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/10.6.1
10.6.1 Niveau drie, a: “concentratie, fiscale eenheid btw”
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS368202:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Figuur 18. Niveau drie, a van samenwerking (fiscale eenheid)
In het voorgaande heb ik reeds aangegeven dat de fiscale eenheid btw slechts een basis heeft in het fiscale recht. Het is op zichzelf geen samenwerkingsvorm, doch veeleer een manier om partijen die in bepaalde mate van elkaar afhankelijk zijn (hetgeen blijkt uit de verwevenheid in financieel, economisch en organisatorisch opzicht) tezamen als één belastingsubject (belastingplichtige) te beschouwen. De fiscale eenheid is te beschouwen als een louter fiscaal rechtssubject (belastingsubject). De economische verwevenheid (naar nationaal positief recht: eenzelfde klantenkring of een nagenoeg uitsluitend binnen de fiscale eenheid presteren) veronderstelt de aanwezigheid van een bijzondere contractuele banden tussen de betrokken onderdelen (het veronderstelt een terugkerend patroon van transacties). Met het ontstaan van de fiscale eenheid versmelten de betrokken entiteiten fiscaal, en ontstaat belastingtechnisch één meervoudig subject. In fiscaal opzicht zijn dus alle vermogensbestanddelen bijeen gekomen, zijn de transacties van de één tevens de transacties van de ander en bestaat fiscaal maar één subject. Vanuit een organisatiewetenschappelijke invalshoek en vanuit een civielrechtelijke invalshoek is van versmelting geen sprake en worden geen vermogensbestanddelen bijeen gebracht, delen partijen niet in elkaars goede en/of kwade kansen, verrichten partijen niet gezamenlijk handelingen en treden zij niet als een entiteit naar buiten toe op. Niveau drie, a, de fiscale eenheid vereist dus een iets andere toepassing van de omstandighedencatalogus.