Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/648
Slagende bewijsklacht opzetheling, uit bewijsvoering kan niet zonder meer volgen dat verdachte ‘ten tijde van het voorhanden krijgen’ van de horloges en de schoudertas wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof. Materieel strafrecht.
HR 30-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:977
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 mei 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/01929
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:977, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:383, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2017
Essentie
Slagende bewijsklacht opzetheling, uit bewijsvoering kan niet zonder meer volgen dat verdachte ‘ten tijde van het voorhanden krijgen’ van de horloges en de schoudertas wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof. Materieel strafrecht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 1 april 2016, nummer 23/003500-15, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: mr. J. Kuijper, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
De verdachte is bij arrest van 1 april 2016 door het gerechtshof Amsterdam — met vrijspraak van hetgeen onder 2, 6 primair, 6 subsidiair ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.