Hof Amsterdam, 17-02-2021, nr. 23-002148-19
ECLI:NL:GHAMS:2021:4463
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
17-02-2021
- Zaaknummer
23-002148-19
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2021:4463, Uitspraak, Hof Amsterdam, 17‑02‑2021; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2023:393
Uitspraak 17‑02‑2021
Inhoudsindicatie
Diefstal in vereniging van gereedschap uit een bestelbus. Bevestiging vonnis.
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002148-19
datum uitspraak: 17 februari 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 4 juni 2019 in de strafzaak onder parketnummer
15-058150-19 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1990,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
3 februari 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de strafoplegging - in zoverre zal het vonnis worden vernietigd - en met dien verstande dat het hof enkele door de politierechter gebezigde bewijsmiddelen zal vervangen dan wel zal aanvullen.
Wijziging van de bewijsmiddelen
Het hof vervangt het door de politierechter onder I opgenomen bewijsmiddel door het navolgende:
- Een proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 16 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt zakelijk weergegeven - onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dan wel een van hen:
Op 10 maart 2019 om 23:17 uur reden wij op de N244 te Purmerend. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , kreeg middels de ANPR-app op mijn diensttelefoon het bericht dat het volgende voertuig langs de ANPR-paal op de A8 rechts was gereden: Peugeot 308, blauw, kenteken [kenteken] . Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat dit voertuig op rijstrook 4 reed. Het is ons, verbalisanten, bekend dat de auto's die op deze rijstrook rijden voornamelijk over de A7 in de richting Purmerend rijden. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , las de volgende tekst bij de ANPR melding: "Autokraker. Voertuig in gebruik door autodief inzittende contr op papieren en muteren. Voertuig in gebruik door [medeverdachte 1] , geb. dat. [geboortedatum 2] 1995".
Om 00:02 uur zagen wij, verbalisant, een donkergekleurde Peugeot 308 voorzien van kenteken [kenteken] rijden. Wij zagen dat de Peugeot linksaf de Jaagweg op reed en direct veel snelheid maakte. Wij, verbalisanten, hebben direct de achtervolging ingezet. Wij zagen dat er zowel links als rechts uit het voertuig spullen gegooid werden. Wij zagen dat de Peugeot veel snelheid maakte. De afstand tussen de Peugeot en ons dienstvoertuig werd namelijk groter. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat onze snelheid rond de 180 kilometer per uur was. Ter hoogte van Ilpendam zagen wij dat de Peugeot linksaf de Aalduikerweg in reed. Wij raakten het zicht op het voertuig kwijt. Op de kruising Aalduikerweg/Kerkstraat/Dorpsstraat zagen wij voor een café vier mensen staan. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , hoorde de mensen schreeuwen: "Die kant op! Daar reed hij heen!". Wij zagen dat de mensen wezen in de richting van de Aalduikerweg. Wij zijn in deze richting gereden. Op de kruising van de Aalduikerweg met de Kievitstraat zagen wij een man met een hond staan. Wij hoorden de man zeggen: "Ze zijn hier uitgestapt en de wijk in gerend. De auto is weer naar de Jaagweg gereden en ging met zeer hoge snelheid richting Amsterdam. " Wij zijn de Jaagweg in gereden. Wij hoorden collega [verbalisant 3] via de portofoon doorgeven dat hij inmiddels op het einde van de Jaagweg stond. Direct hierna hoorden wij, verbalisanten, collega [verbalisant 3] zeggen dat de Peugeot hen nu passeerde. Wij hoorden collega [verbalisant 3] om 00:55 uur zeggen dat zij de inzittende hadden aangehouden. Deze verdachte bleek later te zijn: [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1995.
Wij, verbalisant, zijn teruggereden richting Ilpendam. Wij reden vanaf de Aalduikerweg de Kievitslaan in. Wij zagen op de Kievitslaan twee jongens lopen. Wij zagen dat deze jongens begonnen te rennen toen wij op ongeveer 50 meter afstand van hen waren, de Gruttostraat in. Wij zagen op deze hoek een man met een hond lopen. Deze getuige vertelde ons later te zijn genaamd [getuige] . Wij zijn de Gruttostraat in gereden. Wij zagen dat de jongens wandelden. Wij, verbalisanten, zijn uit ons voertuig gestapt. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb direct naar de jongens geschreeuwd dat zij moesten blijven staan. Wij, verbalisanten, zagen dat een van de jongens bleef staan. Wij zagen dat de andere jongen weg rende in de richting van de Merelstraat. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb de jongen die bleef staan meegedeeld dat hij was aangehouden. Deze verdachte bleek later te zijn genaamd: [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1994. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , rende achter de tweede jongen aan. Ik zag dat hij het schoolplein van [school] over liep. Ik zag dat hij aan het einde van het schoolplein voor een hoog hek kwam te staan. Ik heb de jongen meegedeeld dat hij was aangehouden. Deze verdachte bleek later te zijn genaamd: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1990. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb verdachte [medeverdachte 2] in ons dienstvoertuig laten plaatsnemen. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , heb [verdachte] achter ons dienstvoertuig op de stoep laten plaatsnemen. Wij, verbalisanten, hoorden [verdachte] schreeuwen: "Ey niffo alles zwijgrecht. Gewoon verstoppertje toch. Gewoon verstoppertje. Zwijgrecht je weet zelf."
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag ter hoogte van de basisschool een hand uit de bosjes achter mij komen met daarin een pet en een telefoon. Ik heb de persoon meegedeeld dat hij was aangehouden. Op het politiebureau te Zaandijk heb ik, verbalisant [verbalisant 2] , verdachte [medeverdachte 2] gefouilleerd. Ik trof hierbij in zijn rechter jaszak een OB- stekker. Het is ons bekend dat hiermee auto's gestart kunnen worden zonder sleutel. Door onderzoek van collega [verbalisant 4] bleek dat de goederen die uit de auto zijn gegooid afkomstig waren uit een bedrijfsbus die geparkeerd stond op de Mercuriusweg.
Het hof vervangt het door de politierechter onder V opgenomen bewijsmiddel door het navolgende:
- Een proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 28). Dit proces-verbaal houdt - zakelijk weergegeven - onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 5] en
[verbalisant 6] dan wel een van hen:
Op 11 maart 2019 heb ik, verbalisant [verbalisant 5] , samen met collega [verbalisant 6] een doorzoeking gedaan in het voertuig Peugeot 308 voorzien van kenteken [kenteken] . Toen de achterklep van het voertuig open ging zag ik een metalen rode koffer. Ik zag dat op deze koffer het merk Hilti in witte letters afgedrukt is. Ik zie ook dat er een sticker op zit van [bedrijf] B.V. Rechts naast de Hilti koffer zie ik een apparaat liggen van het merk Milwaukee. Ik zag ook een zwarte bouwlamp liggen. Tevens lagen er adapters van Milwaukee en Makita. Bij de achterbank op de grond zag ik een boormachine liggen. Na onderzoek bleken alle aangetroffen gereedschappen afkomstig te zijn van diefstal.
Dit betreft de volgende producten:
Adapter Makita
Adapter Milwaukee
Schroeftol accu Milwaukee M 18 BDD.
Stofafzuiging, Milwaukee type ME12-DE/OC
Klopboormachine, Hilti type TE-30-C
Bouwlamp Eurolux Gladiator 36 W
Het hof vervangt het door de politierechter onder VIII opgenomen bewijsmiddel door het navolgende:
- Een proces-verbaal van verhoor (dossierpagina 114 e.v.). Dit proces-verbaal houdt - zakelijk weergegeven - onder meer in als de op 11 maart 2019 door verdachte [medeverdachte 2] ten overstaan van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 7] afgelegde verklaring:
Ik was vannacht met twee vrienden van mij, [naam] en [verdachte] . We hebben een rondje gemaakt in Purmerend, Zaandam, Assendelft zelfs, met die zwarte Peugeot 508 stationwagen. Een gezamenlijke vriend reed. We waren met drie personen, en ook de bestuurder nog, dat zijn vier dus. U vraagt mij of de bestuurder [medeverdachte 1] is. Ja. Fuck, dat is kut dat hij is aangehouden. Ik ben wel de lul. We gingen in Purmerend rondjes rijden. Wij zijn een paar keer gestopt. Ik was met hun. Ik ging stomme dingen doen. Mooie dingen kijken. Het klopt dat ik in auto's aan het kijken was maar ik was er niet bij dat die spullen uit die bus gejat werden. Ik was aan het kijken of er auto's open stonden. Ik heb aan auto's gevoeld.
Het hof schrapt hetgeen de politierechter onder III en VI heeft opgenomen.
Het hof vult het bewijsmiddel dat de politierechter onder VII heeft opgenomen aan met het navolgende:
De handgeschreven lijst van ontbrekend gereedschap, die als bijlage bij de aangifte van [aangever] van 11 maart 2019 is gevoegd, inhoudende:
Oplegging van straf
De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaren en daarbij diverse bijzondere voorwaarden gesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan diefstal van gereedschappen uit een bedrijfsbus. De weggenomen gereedschappen gebruikte de gedupeerde bij de uitoefening van zijn beroep. Dergelijke diefstallen veroorzaken niet alleen schade, maar zijn voor de eigenaren, die hun gereedschappen immers hard nodig hebben om hun werk te kunnen doen, bovendien zeer vervelend.
In het reclasseringsadvies van 21 mei 2019 staat dat intrinsieke motivatie bij de verdachte lijkt te ontstaan om zijn patronen te doorbreken en zijn afspraken met de hulpverlening na te komen, teneinde een delictvrij leven op te bouwen. De reclassering heeft op die voet geadviseerd tot een (deels) voorwaardelijke straf met een aantal bijzondere voorwaarden.
Uit een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 21 januari 2021 blijkt echter dat de verdachte zich sindsdien schuldig heeft gemaakt aan autodiefstal, bedrijfsinbraken en vuurwapenbezit. Daarmee is de grond aan het advies komen te ontvallen.
Uit dit uittreksel blijkt voorts dat de verdachte voorafgaand aan het bewezenverklaarde veelvuldig is veroordeeld voor vermogensdelicten. Deze eerdere veroordelingen - en opgelegde voorwaardelijke vrijheidsstraffen en werkstraffen - hebben de verdachte er niet van weerhouden wederom vermogensdelicten te plegen.
Alles in aanmerking genomen is er geen reden om thans een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden. Uit het voorgaande volgt tevens dat met een andere dan een straf die vrijheidsbeneming met zich brengt, niet kan worden volstaan. Slechts oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur is passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de strafoplegging en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Lolkema, mr. P.C. Römer en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van
mr. R. Vosman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
17 februari 2021.
mr. A. Dantuma-Hieronymus is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]