V-N 2015/34.6
Unierechtelijk verdedigingsbeginsel ook inroepbaar bij ernstige btw-carrouselfraude
HR 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1809, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juli 2015
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Lourens, Punt, Van Kalmthout
- Zaaknummer
14/04046
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921286:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1809, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑07‑2015
- Wetingang
art. 15 Wet OB 1968
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat X bv het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel mag inroepen. Ook in gevallen van fraude en misbruik kan namelijk een beroep op het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel worden gedaan.
Samenvatting
X bv exploiteert een auto-, garage- en autoschadeherstelbedrijf. In het kader van een onderzoek naar carrouselfraude met auto’s, wordt ook een onderzoek bij X bv ingesteld. Uiteindelijk stelt FIOD-ECD een strafrechtelijk onderzoek tegen (o.a.) X bv in. De inspecteur legt twee btw-naheffingsaanslagen op aan X bv. De eerste, van € 650.000, is gedagtekend op 28 april 2005, en is op diezelfde dag uitgereikt tijdens een bij X bv gehouden huiszoeking, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.