NJB 2011, 304:Effectenlease. Verjaring. Een man sluit een effectenleaseovereenkomst met Dexia. Zijn echtgenote bericht Dexia dat zij de overeenkomst op grond van art. 1:88 en 1:89 BW vernietigt nu zij geen toestemming voor het aangaan van de overeenkomst heeft verleend. Dexia betoogt dat de rechtsvordering tot vernietiging is verjaard en biedt aan te bewijzen dat de echtgenote meer dan drie jaar daadwerkelijk bekend was met de overeenkomst. HR: 1. Passeren bewijsaanbod. a. In het onderhavige geval kon van Dexia bezwaarlijk worden verlangd dat zij nadere feitelijke gegevens verstrekte omtrent de eerdere bekendheid van de echtgenote met de overeenkomst. In aanmerking genomen dat de stelling betrekking heeft op omstandigheden van subjectieve aard die zich geheel in de sfeer van de man en zijn echtgenote hebben afgespeeld, en gelet op het partijdebat, brengen de eisen van een goede procesorde in dit geval mee dat met het oog op het, mede door art. 166 Rv gewaarborgde, belang van de waarheidsvinding door het leveren van getuigenbewijs, aan de feitelijke onderbouwing van de stelling niet de eisen mogen worden gesteld die het hof hier heeft aangenomen. b. De enkele omstandigheid dat geen getuigen zijn genoemd, rechtvaardigt niet de conclusie dat het bewijsaanbod onvoldoende concreet was.