RvdW 2015/325
Cassatie in het belang der wet. Voor de OvJ staat tegen een ter terechtzitting gegeven beslissing tot toewijzing van een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis hoger beroep slechts open gelijktijdig met dat tegen de einduitspraak.
HR 10-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:247
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 februari 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, J.P. Balkema, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
14/04182
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:247, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1961, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2014
- Wetingang
Art. 406 Sv
Essentie
Ingevolge het eerste lid van art. 406 Sv is tegen in eerste aanleg gewezen vonnissen die geen einduitspraken zijn, hoger beroep slechts gelijktijdig met dat tegen de einduitspraak toegelaten. In het tweede lid van art. 406 Sv is voorzien in een uitzondering op die hoofdregel. Zoals volgt uit het arrest van de HR van 9 april 2013, NJ 2013/230 moet worden aangenomen dat de in het tweede lid van art. 406 Sv voorziene uitzondering op die hoofdregel is beperkt tot de in dat tweede lid uitdrukkelijk genoemde gevallen, te weten een bevel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.