NJ 1948/65
Motivering der ontvankelijkheid bij klachtdelict. Afdreiging: medeplegen of medeplichtigheid; poging; bestanddelen.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 1947
- Magistraten
Mrs. Fick, van der Flier, Feber, Rombach, de Jong
- Zaaknummer
[021947/NJ_1948-65]
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS108570:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1947:75, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑1947
- Wetingang
Essentie
Motivering der ontvankelijkheid bij klachtdelict. Afdreiging: medeplegen of medeplichtigheid; poging; bestanddelen.
Samenvatting
Voor de ontvankelijkheid van den O. v. J. in diens strafvervolging is slechts vereist, dat ter terechtzitting van het bestaan der klacht is gebleken; het Wetboek van Strafvord, schrijft niet voor, dat het vonnis ook in andere dan de in de artt. 358 en 359 vermelde gevallen een gemotiveerde beslissing omtrent die ontvankelijkheid moet inhouden.
Uit de feiten — o.m. het schrijven van de chantagebrieven — heeft de rechter kunnen afleiden, dat req. inderdaad mededader van en niet medeplichtige aan de poging tot afdreiging is geweest. ...