Einde inhoudsopgave
Leidraad Invordering 2008
44.1 Aansprakelijkheid kind voor inkomensbestanddelen die aan de ouder zijn toegerekend
Geldend
Geldend vanaf 03-07-2012. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
27-06-2012, Stcrt. 2012, 13576 (uitgifte: 03-07-2012, regelingnummer: BLKB2012/1062M)
- Inwerkingtreding
03-07-2012, terugwerkend tot: 01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2012, Stcrt. 2012, 13576 (uitgifte: 03-07-2012, regelingnummer: BLKB2012/1062M)
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
Op grond van het bepaalde in artikel 2.15 van de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn de volgende inkomensbestanddelen toegerekend aan de ouder (belastingschuldige) die het gezag over het kind uitoefent:
- —
het resultaat uit overige werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.91, eerste lid, onderdelen a en b, en artikel 3.91, derde lid, en artikel 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001;
- —
de belastbare inkomsten uit eigen woning;
- —
het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang;
- —
de rendementsgrondslag voor het belastbare inkomen uit sparen en beleggen van een minderjarig kind.
Als het gezag over het (minderjarige) kind aan meer dan één ouder toekomt, dan worden de genoemde inkomensbestanddelen in gelijke delen aan ieder van de ouders toegerekend. Op grond van artikel 44, eerste lid, van de wet is het kind waarvan inkomensbestanddelen aan de ouder(s) is (zijn) toegerekend, naar evenredigheid aansprakelijk voor de verschuldigde inkomstenbelasting over de inkomensbestanddelen die aan de ouder(s) zijn toegerekend.