Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 5.6
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
De belasting wordt geheven door inhouding op de opbrengst.
2.
3.
De inhoudingsplichtige is verplicht de belasting in te houden op het tijdstip waarop de opbrengst ter beschikking is gesteld.
4.
De inhoudingsplichtige is verplicht de ingehouden belasting op aangifte af te dragen. In afwijking van artikel 8.11, derde lid, wordt geen aangifte gedaan indien in het kwartaal geen opbrengst ter beschikking is gesteld.
5.
Overtreft de belasting de opbrengst in geld, dan wordt het ontbrekende geacht te zijn ingehouden op het in het derde lid omschreven tijdstip, met dien verstande dat de inhoudingsplichtige bevoegd is dat ontbrekende te verhalen op degene die tot de opbrengst gerechtigd is. De inhoudingsplichtige kan de afgifte van de niet in geld genoten opbrengst opschorten tot voldoening van deze vordering plaats vindt.