Vgl. HR 12 oktober 2010, ECLI:NL:HR:2010:BN4232.
HR, 19-05-2015, nr. 13/05833
ECLI:NL:HR:2015:1248, Conclusie: Contrair, Conclusie: Contrair
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19-05-2015
- Zaaknummer
13/05833
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2015:1248, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑05‑2015; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:601, Contrair
ECLI:NL:PHR:2015:601, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑03‑2015
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:1248, Contrair
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2015-0233
Uitspraak 19‑05‑2015
Inhoudsindicatie
Profijtontneming. Het middel klaagt terecht dat de berekening van het aantal hennepplanten per vierkante meter en de daaraan te relateren opbrengst onjuist is. Dat behoeft echter niet tot cassatie te leiden. Indien wordt uitgegaan van de in het middel gepresenteerde berekening en van de door het Hof vastgestelde kiloprijs en aftrekbare kosten, had een zodanige oogst geleid tot een geschat w.v.v. van € 11.415,-. In aanmerking genomen dat het Hof het bedrag ter ontneming van het w.v.v. - met inbegrip van een korting vanwege de overschrijding van de redelijke termijn a.b.i. art. 6.1 EVRM - heeft bepaald op € 10.000,00, heeft verdachte geen rechtens te respecteren belang bij vernietiging, waarbij geldt dat in dit bedrag ook bij de aangepaste berekening een korting vanwege de termijnoverschrijding begrepen zit.
Partij(en)
19 mei 2015
Strafkamer
nr. 13/05833
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 november 2013, nummer 22/005837-10, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft mr. A.R. Kellermann, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt over de motivering van de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
2.2.1.
In het (verkorte) arrest is overwogen, voor zover hier van belang:
"De vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel
(...)
Ten aanzien van de opbrengst per plant en de verkoopprijs van hennep worden de hierna genoemde bevindingen en conclusies van het rapport 'Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht' van april 2005 (hierna: het BOOM-rapport) door het hof overgenomen.
(...)
Anders dan de raadsman heeft betoogd wordt uitgegaan van één kweekruimte waarin 20 hennepplanten per m2 zijn geteeld. Volgens het BOOM-rapport levert dat 25,7 gram x 157 = 4.035 gram per oogst op, derhalve afgerond 4 kilogram.
De gemiddelde kiloprijs van hennep is blijkens het BOOM-rapport € 3.199,-.
De totale opbrengst komt derhalve neer op 4 kilogram x € 3.199,- = € 12.796,-.
De afschrijvingskosten bedragen € 150,- en de variabele bedragen € 789,71 per oogst.
De totale kosten bedragen hierdoor € 939,71.
Gelet op bovenstaande stelt het hof het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op (€ 12.796,- - € 939,71 =) € 11.856,29."
2.2.2.
De aanvulling, als bedoeld in art. 365a Sv, op het verkorte arrest houdt onder meer in:
"3. Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 19 april 2010, van de Regiopolitie Haaglanden met nr. PL2010077061 en 1506-2009-11273. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -
als relaas van de betreffende verbalisant (bijlage blz. 15-21):
(...)
Ik zag dat de kweekruimte een afmeting had van ongeveer 2 bij 3,5 meter. In totaal stonden er 157 plantenbakken, met daarin in totaal 157 hennepplanten (20 potten per m2).
(...)
4. Het Rapport Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e 2e lid Sr d.d. 30 augustus 2010, opgesteld en ondertekend door [verbalisant], onder meer inhoudende - zakelijk weergegeven -
Als relaas van de betreffende verbalisant:
(...)
Uitgaande van 157 hennepplanten en een totale kweekoppervlakte van 7 vierkante meter en de gegevens vanuit het rapport BOOM komt het aantal planten dat per vierkante meter werd gekweekt uit op 20 hennepplanten. De opbrengst per plant is dan volgens het rapport van BOOM 25,7 gram.
5. Een geschrift, te weten een bijlage Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht, Standaardberekeningen en normen, van het Bureau Ontneming Openbaar Ministerie (2005) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Een tabel waarin is opgenomen dat de opbrengst per hennepplant 25,7 gram bedraagt uitgaande van 20 hennepplanten per vierkante meter."
2.3.1.
Het Hof heeft bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel tot uitgangspunt genomen dat de veroordeelde een geslaagde oogst heeft gehad van 157 hennepplanten en dat deze hennepplanten een opbrengst van 25,7 gram hennep per plant hebben opgeleverd. Het uitgangspunt dat een hennepplant 25,7 gram hennep oplevert is - zoals volgt uit de door het Hof aan zijn oordeel ten grondslag gelegde rapportage van BOOM (bewijsmiddel 5) - toepasselijk indien uitgegaan wordt van een kwekerij waarin 20 hennepplanten per vierkante meter werden geteeld.
2.3.2.
Het middel klaagt terecht dat de berekening van het aantal hennepplanten per vierkante meter en de daaraan te relateren opbrengst in zoverre onjuist is dat niet van een opbrengst per vierkante meter van 20 hennepplanten moet worden uitgegaan maar van 22,4 planten (157:7= 22,4). Dat behoeft echter niet tot cassatie te leiden. Indien wordt uitgegaan van de in het middel gepresenteerde berekening en van de door het Hof vastgestelde kiloprijs en aftrekbare kosten, had een zodanige oogst geleid tot een opbrengst van 3,8 kg (in plaats van 4 kg) en tot een geschat wederrechtelijk verkregen voordeel van € 11.415,-. In aanmerking genomen dat het Hof het bedrag ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel - met inbegrip van een korting vanwege de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM - heeft bepaald op € 10.000,-, heeft de verdachte geen rechtens te respecteren belang bij vernietiging, waarbij geldt dat in dit bedrag ook bij de aangepaste berekening een korting vanwege de termijnoverschrijding begrepen zit.
2.4.
Het middel is tevergeefs voorgesteld.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 mei 2015.
Conclusie 17‑03‑2015
Inhoudsindicatie
Profijtontneming. Het middel klaagt terecht dat de berekening van het aantal hennepplanten per vierkante meter en de daaraan te relateren opbrengst onjuist is. Dat behoeft echter niet tot cassatie te leiden. Indien wordt uitgegaan van de in het middel gepresenteerde berekening en van de door het Hof vastgestelde kiloprijs en aftrekbare kosten, had een zodanige oogst geleid tot een geschat w.v.v. van € 11.415,-. In aanmerking genomen dat het Hof het bedrag ter ontneming van het w.v.v. - met inbegrip van een korting vanwege de overschrijding van de redelijke termijn a.b.i. art. 6.1 EVRM - heeft bepaald op € 10.000,00, heeft verdachte geen rechtens te respecteren belang bij vernietiging, waarbij geldt dat in dit bedrag ook bij de aangepaste berekening een korting vanwege de termijnoverschrijding begrepen zit.
Nr. 13/05833
Mr. Harteveld
Zitting 17 maart 2015
Conclusie inzake:
[betrokkene]
1. Het Gerechtshof Den Haag heeft bij arrest van 13 november 2013 betrokkene ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 10.000,-.
2. Namens betrokkene is beroep in cassatie ingesteld. Mr. A.R. Kellermann, advocaat te Amsterdam, heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
3.1. Het middel klaagt over de motivering van de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Het middel keert zich blijkens de toelichting in het bijzonder tegen het oordeel van het Hof dat moet worden uitgegaan van twintig hennepplanten per vierkante meter. Er is volgens de steller van het middel sprake van een onjuiste berekening van het aantal hennepplanten per vierkante meter en als gevolg daarvan van een onjuiste schatting van de opbrengst.
3.2. Het Hof heeft hieromtrent, verwijzend naar het in hoger beroep te dien aanzien gevoerde verweer, in zijn arrest het volgende overwogen:
“Anders dan de raadsman heeft betoogd wordt uitgegaan van één kweekruimte waarin 20 hennepplanten per m2 zijn geteeld. Volgens het BOOM-rapport levert dat 25,7 gram x 157 = 4.035 gram per oogst op, derhalve afgerond 4 kilogram.
De gemiddelde kiloprijs van hennep is blijkens het BOOM-rapport € 3.199,-.
De totale opbrengst komt derhalve neer op 4 kilogram x € 3.199,- = € 12.796,-.
De afschrijvingskosten bedragen € 150,- en de variabele bedragen € 789,71 per oogst.
De totale kosten bedragen hierdoor € 939,71.
Gelet op bovenstaande stelt het hof het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op (€ 12.796,- - € 939,71 =) € 11.856,29.”
3.3. De bewijsvoering houdt onder meer het volgende in:
“3. Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 19 april 2010, van de Regiopolitie Haaglanden met nr. PL2010077061 en 1506-2009-11273. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - als relaas van de betreffende verbalisant (bijlage blz. 15-21):
(…)
Ik zag dat de kweekruimte een afmeting had van ongeveer 2 bij 3,5 meter. In totaal stonden er 157 plantenbakken, met daarin in totaal 157 hennepplanten (20 potten per m2).
(…)
4. Het Rapport Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e 2e lid Sr d.d. 30 augustus 2010, opgesteld en ondertekend door [verbalisant], onder meer inhoudende -zakelijk weergegeven- als relaas van de betreffende verbalisant:
(…)
(…)
5. Een geschrift, te weten een bijlage Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht, Standaardberekeningen en normen, van het Bureau Ontneming Openbaar Ministerie (2005) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
Een tabel waarin is opgenomen dat de opbrengst per hennepplant 25,7 gram bedraagt uitgaande van 20 hennepplanten per vierkante meter.”
3.4. Het Hof heeft bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel tot uitgangspunt genomen dat de veroordeelde een geslaagde oogst heeft gehad van 157 hennepplanten en dat deze hennepplanten een opbrengst van 25,7 gram hennep per plant hebben opgeleverd. Het uitgangspunt dat een hennepplant 25,7 gram hennep oplevert is - zoals volgt uit de door het Hof aan zijn oordeel ten grondslag gelegde rapportage van BOOM (bewijsmiddel 5) - enkel toepasselijk indien uitgegaan wordt van een kwekerij waarin 20 planten er per vierkante meter werden geteeld.
3.5. Het Hof gaat inderdaad uit van 20 planten per vierkante meter. Blijkens de inhoud van de voorgaande geciteerde overweging en bewijsvoering ontleent het hof dat aantal aan het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij en het Rapport Berekening wederrechtelijke verkregen voordeel. Beide bewijsmiddelen reppen van een hoeveelheid van 20 hennepplanten per vierkante meter. Echter, deze zelfde bewijsmiddelen specificeren elk een hoeveelheid van 157 hennepplanten en een kweekoppervlakte van 7 vierkante meter. Uitgaande van die gegevens leert een snelle berekening dat, gelet op de hoeveelheid planten en de totale kweekoppervlakte, geen sprake kan zijn geweest van minder dan 22,4 planten per vierkante meter
3.6. 's Hofs oordeel dat de geoogste hennepplanten 25,7 gram hennep per plant hebben opgeleverd terwijl deze 157 planten, zoals het Hof blijkens de gebezigde bewijsmiddelen heeft vastgesteld, zijn geteeld op een totale kweekoppervlakte van 7 vierkante meter, is tegen die achtergrond in het licht van hetgeen de verdediging in dat verband in hoger beroep naar voren heeft gebracht en zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk. Dat brengt mee dat de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel ontoereikend gemotiveerd is.1.
4. Het middel is terecht voorgesteld.
5. Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen.
6. Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast voorkomt.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 17‑03‑2015