NJ 2018/288
(Levens)verzekering; precontractuele mededelingsplicht; art. 7:928 BW; kenbaarheidsvereiste; maatstaf; verandering gezondheidstoestand in periode tussen invullen vragenformulier en acceptatie (de ‘tussenperiode’); zwaardere eisen kenbaarheid?; gevolg van uitdrukkelijke vermelding op formulier dat wijzigingen moeten worden doorgegeven.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 september 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/04486
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Noot
N. van Tiggele-van der Velde
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS167782:1
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Verzekeringsovereenkomst
Verzekeringsrecht / Sommenverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2447, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:514, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2016
- Wetingang
Art. 7:928 BW
Essentie
(Levens)verzekering; precontractuele mededelingsplicht; art. 7:928 BW; kenbaarheidsvereiste; maatstaf; verandering gezondheidstoestand in periode tussen invullen vragenformulier en acceptatie (de ‘tussenperiode’); zwaardere eisen kenbaarheid?; gevolg van uitdrukkelijke vermelding op formulier dat wijzigingen moeten worden doorgegeven.
De precontractuele mededelingsplicht van de verzekeringnemer en, bij een persoonsverzekering, van degene op wiens risico de verzekering betrekking heeft (de aspirant-verzekerde) geldt slechts voor die feiten die de verzekeringnemer of de aspirant-verzekerde kent of behoort te kennen, en waarvan hij weet of behoort te begrijpen dat zij relevant (kunnen) zijn voor de beslissing van de verzekeraar of, en zo ja op welke voorwaarden, ...