Hof Den Haag, 07-09-2017, nr. 22-004013-16
ECLI:NL:GHDHA:2017:2553
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
07-09-2017
- Zaaknummer
22-004013-16
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHDHA:2017:2553, Uitspraak, Hof Den Haag, 07‑09‑2017; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:1469
Uitspraak 07‑09‑2017
Inhoudsindicatie
Art. 326 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft bij de benadeelde drie cruises geboekt en gemaakt met gebruikmaking van gestolen/vervalste creditkaarten en met gebruikmaking van valse namen. De benadeelde heeft door het handelen van de verdachte aanzienlijke schade geleden, terwijl de verdachte ook in algemene zin door haar optreden het vertrouwen in het economisch verkeer ernstig heeft geschaad. Het hof veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 600 (zeshonderd) dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 208 (tweehonderdacht) dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaren.
Rolnummer: 22-004013-16
Parketnummer: 10-720058-15
Datum uitspraak: 7 september 2017
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 23 augustus 2016 in de strafzaak tegen de verdachte, naar haar eigen verklaring hetende:
[naam] (geboren als [naam]),
geboren te [geboorteplaats] (Groot-Brittannië) op [geboortedag] 1962,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 24 augustus 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 4 primair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5 primair en 6 primair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist omtrent de vordering van de benadeelde partij, als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
(Zaak Reis 1: [A])
zij in of omstreeks de periode van 09 april 2014 tot en met 29 april 2014, te Liverpool, althans Groot-Brittannië, en/of Rome, althans Italië, en/of Nederland met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een goed en/of het verlenen van een dienst (te weten een cruise met als vertrek- en/of eindpunt Rome (Italië), met bijbehorende kredieten en/of drankwaren en/of etenswaren, ter waarde van (in totaal) 27.269,43 Amerikaanse dollar), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- zich onder een valse naam ([naam]) voorgedaan als een tot betalen bereid zijnde klant, en/of
- een cruise geboekt met behulp van valse/vervalste en/of gestolen/niet op haar naam afgegeven paspoorten en/of valse/vervalste en/of gestolen/niet op haar naam afgegeven creditcards, en/of
- de ten behoeve van de cruise verrichte betaling(en) gestorneerd, waardoor [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of verlening van een dienst;
2.
(Zaak Reis 2: [A])
zij in of omstreeks de periode van 13 juni 2014 tot en met 01 juli 2014, te Liverpool, althans Groot-Brittannië, en/of Rome, althans Italië, en/of Barcelona (Spanje) en/of Nederland tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een goed en/of het verlenen van een dienst (te weten een cruise met als vertrekpunt Rome (Italië) en/of als eindpunt Barcelona (Spanje), met bijbehorende kredieten en/of drankwaren en/of etenswaren, ter waarde van (in totaal) 37.690,98 Amerikaanse dollar), hebbende verdachte en/of haar mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- zich onder (een) valse na(a)m(en) ([naam] en/of [naam]) voorgedaan als (een) tot betalen bereid zijnde klant(en), en/of
- een cruise geboekt met behulp van valse/vervalste en/of gestolen/niet op haar naam afgegeven paspoorten en/of valse/vervalste en/of gestolen/niet op haar naam afgegeven creditcards, en/of
- de ten behoeve van de cruise verrichte betaling(en) gestorneerd, waardoor [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of verlening van een dienst;
3.
(Zaak Reis 3: [B])
zij in of omstreeks de periode van 29 maart 2015 tot en met 19 april 2015, te Liverpool, althans Groot-Brittanië, en/of Barcelona (Spanje), en/of Istanbul (Turkije) en/of Nederland tezamen en in vereniging, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een goed en/of het verlenen van een dienst (te weten een cruise met als vertrekpunt Barcelona (Spanje) en/of als eindpunt Istanbul (Turkije), met bijbehorende kredieten en/of drankwaren en/of etenswaren, ter waarde van (in totaal) 41.376,97 Amerikaanse dollar), hebbende verdachte en/of haar mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- zich onder (een) valse na(a)m(en) ([naam] en/of [naam]) voorgedaan als (een) tot betalen bereid zijnde klant(en), en/of
- een cruise geboekt met behulp van valse/vervalste en/of gestolen/niet op haar naam afgegeven paspoorten en/of valse/vervalste en/of gestolen/niet op haar naam afgegeven creditcards, en/of
- de ten behoeve van de cruise verrichte betaling(en) gestorneerd, waardoor [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of verlening van een dienst;
4.
(Zaak Reis 4: [C])
zij in of omstreeks de periode van 16 februari 2015 tot en met 21 maart 2015, te Liverpool, althans Groot-Brittanië, en/of Singapore en/of Rotterdam, althans Nederland met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een goed en/of het verlenen van een dienst (te weten een cruise met als vertrekpunt Singapore en/of als eindpunt Rotterdam (Nederland), ter waarde van (in totaal) 2.462,90 Amerikaanse dollar), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- zich voorgedaan als een tot betalen bereid zijnde klant, en/of
- de ten behoeve van de cruise verrichte betaling(en) gestorneerd, waardoor [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of verlening van een dienst;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij in of omstreeks de periode van 16 februari 2015 tot en met 21 maart 2015, te Liverpool, althans Groot-Brittanië, en/of Singapore en/of Rotterdam, althans Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] te bewegen tot de afgifte van een goed en/of het verlenen van een dienst (te weten een cruise met als vertrekpunt Singapore en/of als eindpunt Rotterdam (Nederland), ter waarde van (in totaal) 13.457,24 Amerikaanse dollar), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als een tot betalen bereid zijnde klant en/of voornoemde cruise heeft geboekt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
(Zaak Reis 5: [B])
zij in of omstreeks de periode van 05 maart 2015 tot en met 04 april 2015, te Liverpool, althans Groot-Brittanië, en/of Ft. Lauderdale (Verenigde Staten) en/of Barcelona (Spanje), althans Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een goed en/of het verlenen van een dienst (te weten een cruise met als vertrekpunt Ft. Lauderdale (Verenigde Staten) en/of als eindpunt Barcelona (Spanje), ter waarde van (in totaal) 35.401,85 Amerikaanse dollar), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- zich voorgedaan als een tot betalen bereid zijnde klant, en/of
- de ten behoeve van de cruise verrichte betaling(en) gestorneerd, waardoor [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of verlening van een dienst;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij in of omstreeks de periode van 05 maart 2015 tot en met 04 april 2015, te Liverpool, althans Groot-Brittanië, en/of Ft. Lauderdale (Verenigde Staten) en/of Barcelona (Spanje), althans Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] te bewegen tot de afgifte van een goed en/of het verlenen van een dienst (te weten een cruise met als vertrekpunt Ft. Lauderdale (Verenigde Staten) en/of als eindpunt Barcelona (Spanje), ter waarde van (in totaal) 35.401,85 Amerikaanse dollar), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als een tot betalen bereid zijnde klant en/of voornoemde cruise heeft geboekt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
(Zaak Reis 6: [C])
zij in of omstreeks de periode van 15 oktober 2015 tot en met 24 oktober 2015, te Liverpool, althans Groot-Brittannië, en/of Venetië (Italië) en/of Piraeus (Griekenland), althans Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een goed en/of het verlenen van een dienst (te weten een cruise met als vertrekpunt Venetië (Italië) en/of als eindpunt Piraeus (Griekenland), ter waarde van (in totaal) 6.343,37 Amerikaanse dollar), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- zich voorgedaan als een tot betalen bereid zijnde klant, en/of
- de ten behoeve van de cruise verrichte betaling(en) gestorneerd, waardoor [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of verlening van een dienst;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij in of omstreeks de periode van 15 oktober 2015 tot en met 24 oktober 2015, te Liverpool, althans Groot-Brittannië, en/of Venetië (Italië) en/of Piraeus (Griekenland), althans Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] te bewegen tot de afgifte van een goed en/of het verlenen van een dienst (te weten een cruise met als vertrekpunt Venetië (Italië) en/of als eindpunt Piraeus (Griekenland), ter waarde van (in totaal) 10.186,74 Amerikaanse dollar), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als een tot betalen bereid zijnde klant en/of voornoemde cruise heeft geboekt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, dat de verdachte ter zake van het onder 4, 5 en 6 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken en dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraken
Alhoewel het procesdossier sterke aanwijzingen bevat voor verdachtes betrokkenheid bij het onder 4 primair dan wel 4 subsidiair, 5 primair dan wel 5 subsidiair en 6 primair dan wel 6 subsidiair ten laste gelegde, is het hof van oordeel dat mede gelet op de in de tenlastelegging omschreven oplichtingsmiddelen onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor de telkens ten laste gelegde (poging tot) oplichting, zodat de verdachte van die feiten – overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal - behoort te worden vrijgesproken.
Verweren
Door de verdachte is aangevoerd dat zij de reizen als ten laste gelegd onder 1, 2 en 3 niet heeft geboekt en niet heeft gemaakt. De verdachte stelt zich op het standpunt dat zij het slachtoffer is van identiteitsfraude.
Daarnaast is namens de verdachte aangevoerd dat het zich voordoen als een tot betaling bereid zijnde klant geen oplichtingshandeling in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht oplevert, de verdachte zich hooguit heeft voorgedaan als een klant die al had betaald (en dus niet als een tot betaling bereid zijnde klant) en de ten laste gelegde storneringen in ieder geval niet door de verdachte zijn gedaan. Voorts is er geen bewijs dat de verdachte de cruises zelf heeft geboekt, aldus de raadsman.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Op 27 oktober 2015 heeft [aangever] namens de [benadeelde]aangifte van oplichting gedaan tegen de verdachte. Uit intern onderzoek was gebleken dat een vrouwelijke passagier, onder gebruikmaking van verschillende (valse) namen en/of identiteiten, meerdere malen een cruise had geboekt en/of gemaakt. Deze cruises werden betaald middels valse/vervalste en/of gestolen creditcards waardoor (vrijwel) alle overgemaakte bedragen later werden gestorneerd.
Naar het oordeel van het hof volgt uit het strafdossier dat het niet anders kan dan dat het de verdachte is geweest die de hiervoor beschreven werkwijze/constructie middels listige kunstgrepen heeft opgezet en heeft uitgevoerd. De verdachte zocht een luxe cruise uit en boekte die vervolgens met gebruikmaking van een valse naam en/of een valse hoedanigheid telefonisch bij het [benadeelde] Reservation Callcenter. Bij alle drie de reizen is vlak voor aanvang bij het instappen aan boord een foto gemaakt van degene die onder de desbetreffende naam had geboekt (achtereenvolgens [naam], [naam] en [naam]) en de verdachte heeft na het tonen van deze drie foto’s verklaard dat zij dat is. Uit niets in het dossier kan blijken dat een onbekende derde die cruises onder de voormelde namen zou hebben geboekt. Voor zover al enige handeling door een ander zou zijn verricht dient de verdachte ter zake als de functionele dader te worden aangemerkt.
De verdachte maakte bij de boekingen ook gebruik van valse/vervalste en/of gestolen creditcards. De telkens bij aanvang van de reis gemaakte foto is aan een keycard gekoppeld, waarmee de verdachte tijdens die reizen op rekening van die creditcards voor aanzienlijke bedragen betalingen heeft gedaan dan wel geld of krediet heeft opgenomen. Het verweer van de raadsman dat er al was betaald en er dus geen sprake kan zijn geweest van het zich voordoen als een tot betaling bereid zijnde klant berust naar het oordeel van het hof op een te beperkte lezing van de tenlastelegging. De verdachte wist immers van meet af aan dat met de door haar gebruikte valse en/of gestolen creditcards niet bevrijdend kon en zou worden betaald. In alle gevallen mocht de [benadeelde]ervan uitgaan dat er (uiteindelijk) bevrijdend betaald zou worden en niet vervolgens gestorneerd, zodat ook het ten laste gelegde “zich voordoen als een tot betaling bereid zijnde klant” in dit geval is aan te merken als een oplichtingsmiddel in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Dit verweer wordt derhalve verworpen.
Ook overigens hebben de door de verdachte geponeerde stellingen en de door haar overgelegde stukken, waarmee zij heeft willen aantonen dat zij ten tijde van de ten laste gelegde feiten elders verbleef, het hof niet tot een ander oordeel gebracht. Het hof is op basis van de aangiftes, de aan de keycards gekoppelde foto’s van de verdachte en de door de politie uitgevoerde onderzoeken naar de gebruikte creditcards van oordeel dat bewezen is dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde oplichtingen heeft gepleegd.
Op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting is niet aannemelijk geworden dat de verdachte de onder 2 en 3 bewezen verklaarde misdrijven tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft begaan, zodat de verdachte van dit gedeelte van het onder 2 en 3 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
(Zaak Reis 1: )
zij in de periode van 09 april 2014 tot en met 29 april 2014, te Liverpool, althans Groot-Brittannië, en/of Rome, althans Italië, en/of Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een goed en het verlenen van een dienst (te weten een cruise met als vertrek- en eindpunt Rome (Italië), met bijbehorende kredieten en drankwaren en etenswaren, ter waarde van in totaal 27.269,43 Amerikaanse dollar, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- zich onder een valse naam ([naam]) voorgedaan als een tot betalen bereid zijnde klant, en
- een cruise geboekt met behulp van valse/vervalste en/of gestolen/niet op haar naam afgegeven creditcards, waardoor [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of verlening van een dienst;
2.
(Zaak Reis 2: [A])
zij in de periode van 13 juni 2014 tot en met 01 juli 2014 te Liverpool, althans Groot-Brittannië, en/of Rome, althans Italië, en/of Barcelona (Spanje) en/of Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een goed en het verlenen van een dienst (te weten een cruise met als vertrekpunt Rome (Italië) en als eindpunt Barcelona (Spanje), met bijbehorende kredieten en drankwaren en etenswaren, ter waarde van in totaal 37.690,98 Amerikaanse dollar), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- zich onder een valse naam ([naam]) voorgedaan als een tot betalen bereid zijnde klant, en
- een cruise geboekt met behulp van valse/vervalste en/of gestolen/niet op haar naam afgegeven creditcards, waardoor [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of verlening van een dienst;
3.
(Zaak Reis 3: [B])
zij in de periode van 29 maart 2015 tot en met 19 april 2015, te Liverpool, althans Groot-Brittannië, en/of Barcelona (Spanje), en/of Istanbul (Turkije) en/of Nederland met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een goed en het verlenen van een dienst (te weten een cruise met als vertrekpunt Barcelona (Spanje) en als eindpunt Istanbul (Turkije), met bijbehorende kredieten en drankwaren en etenswaren, ter waarde van in totaal 41.376,97 Amerikaanse dollar, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- zich onder een valse naam ([naam]) voorgedaan als een tot betalen bereid zijnde klant, en
- een cruise geboekt met behulp van valse/vervalste en/of gestolen/niet op haar naam afgegeven creditcards, waardoor [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of verlening van een dienst.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde levert op:
oplichting, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft bij de [benadeelde]drie cruises geboekt en gemaakt met gebruikmaking van gestolen/vervalste creditkaarten en met gebruikmaking van valse namen. De [benadeelde]heeft door het handelen van de verdachte aanzienlijke schade geleden, terwijl de verdachte ook in algemene zin door haar optreden het vertrouwen in het economisch verkeer ernstig heeft geschaad. De ernst van de feiten rechtvaardigt de oplegging van een gevangenisstraf.
In het nadeel van de verdachte is er rekening mee gehouden dat uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte vele malen eerder in het buitenland is veroordeeld voor vermogensrechtelijke strafbare feiten.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt. Teneinde de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw met soortgelijke praktijken bezig te houden zal een gedeelte van de gevangenisstraf, bij wijze van stok achter de deur, in voorwaardelijke vorm worden opgelegd.
Vordering tot schadevergoeding van [benadeelde]
In het onderhavige strafproces heeft [aangever] zich namens [benadeelde] als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade als gevolg van het aan de verdachte ten laste gelegde tot een bedrag van $ 177.814,93, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag van $ 177.814,93, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van $ 106.337,38 en niet-ontvankelijkverklaring voor het overige, te vermeerderen met de wettelijke rente, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat tot een bedrag van $ 106.337,38 (zijnde de optelsom van de met de feiten 1, 2 en 3 totaal gemoeid zijnde schadebedragen) materiële schade is geleden. Deze schade is een rechtstreeks gevolg van het onder 1, 2, 3 bewezen verklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf achtereenvolgens 9 april 2014 (over $ 27.269,43), 13 juni 2014 (over $ 37.690,98) en 29 maart 2015 (over $ 41.376,97), telkens te berekenen tot aan de dag der algehele voldoening.
Aangezien de verdachte voor het onder 4, 5 en 6 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken, zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Deze vordering kan in zoverre bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van $ 106.337,38 aansprakelijk is voor de schade die door het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde], vermeerderd met de wettelijke rente over de deelbedragen en vanaf de ontstaansmomenten als voormeld.
Uitgaande van de wisselkoers bij aanvang van de pleegperiode per feit stelt het hof de toegewezen hoofdsom van $ 106.337,38 vast op € 85.584,45. Dat is voor feit 1 € 19.774,47 (als equivalent voor $ 27.269,43) vanaf 9 april 2014, voor feit 2 € 27.815,49 (als equivalent voor $ 37.690,98) vanaf 13 juni 2014 en voor feit 3 € 37.994,49 (als equivalent voor $ 41.376,97) vanaf 29 maart 2015. Bij niet betaling zal vervangende hechtenis worden opgelegd voor de duur van 365 dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4 primair, 4 subsidiair, 5 primair, 5 subsidiair, 6 primair en 6 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 600 (zeshonderd) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 208 (tweehonderdacht) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde]ter zake van het onder 1, 2, 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 85.584,45 (zegge: vijfentachtigduizend vijfhonderdvierentachtig euro en vijfenveertig eurocenten)(als equivalent van $ 106.337,38) ter zake van materiële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente over € 19.774,47 (als equivalent voor $ 27.269,43) vanaf 9 april 2014, over € 27.815,49 (als equivalent voor $ 37.690,98) vanaf 13 juni 2014 en over € 37.994,49 (als equivalent voor $ 41.376,97) vanaf 29 maart 2015, telkens te berekenen tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde], ter zake van het onder 1, 2, 3 bewezen verklaarde een bedrag te betalen € 85.584,45 (zegge: vijfentachtigduizend vijfhonderdvierentachtig euro en vijfenveertig eurocenten)(als equivalent van
$ 106.337,38), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente over € 19.774,47 (als equivalent voor $ 27.269,43) vanaf 9 april 2014, over € 27.815,49 (als equivalent voor $ 37.690,98) vanaf 13 juni 2014 en over € 37.994,49 (als equivalent voor $ 41.376,97) vanaf 29 maart 2015, telkens te berekenen tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien en voor zover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien en voor zover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit arrest is gewezen door mr. C.G.M. van Rijnberk,
mr. A.E.A.M. van Waesberghe en mr. B.W. Streefland,
in bijzijn van de griffier mr. S.S. Mangal.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 7 september 2017.
Mr. B.W. Streefland is buiten staat dit arrest te ondertekenen.