NJ 1959/577
Competentie in huurzaken. Gebondenheid van partijen aan een beschikking als bedoeld in art. 17, derde lid Huurwet.
HR 26-06-1959, ECLI:NL:HR:1959:14
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 juni 1959
- Magistraten
Mrs. Donner, de Jong, Hülsmann, Dubbink en Petit
- Zaaknummer
[26061959/NJ_1959-577]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS137877:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1959:14, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑1959
- Wetingang
Essentie
Competentie in huurzaken. Gebondenheid van partijen aan een beschikking als bedoeld in art. 17, derde lid Huurwet.
Samenvatting
Voor de vraag of de Kantonrechter bevoegd is ingevolge art. 37, eerste lid der Huurwet is beslissend of de aanlegger in het inleidende gedingstuk als beslissend of de aanlegger in het inleidende gedingstuk als grondslag van zijn eis een overeenkomst van huur en verhuur met betrekking tot een onroerend goed heeft gesteld. Nu dit te dezen het geval was, ging de bevoegdheid van den Kantonrechter niet teniet doordat de oorspronkelijke eiser in den loop van het geding stelde, dat de overeenkomst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.