Einde inhoudsopgave
Aanvullend Protocol bij de Europese Overeenkomst nopens het verstrekken van inlichtingen over buitenlands recht
Artikel 9 [Aanwijzing gebieden]
Geldend
Geldend vanaf 31-08-1979
- Bronpublicatie:
15-03-1978, Trb. 1979, 165 (uitgifte: 28-11-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-08-1979
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-1978, Trb. 1979, 165 (uitgifte: 28-11-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
1.
Iedere Staat kan bij de ondertekening of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, het grondgebied of de grondgebieden aangeven waarop dit Protocol van toepassing is.
2.
Iedere Staat kan bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding of op ieder later tijdstip, door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa te richten verklaring, de toepassing van dit Protocol uitbreiden tot ieder ander in de verklaring aangegeven grondgebied, voor welks internationale betrekkingen hij verantwoordelijk is of voor hetwelk hij bevoegd is overeenkomsten aan te gaan.
3.
Iedere krachtens het vorige lid afgelegde verklaring kan, wat ieder in die verklaring aangegeven grondgebied betreft, worden ingetrokken door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa te richten kennisgeving. De intrekking wordt van kracht zes maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa.