NJ 1954/242
Portier „op fooien". Arbeidsovereenkomst?
HR 18-12-1953, ECLI:NL:HR:1953:219, m.nt. Prof. Mr. Ph.A.N. Houwing
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 1953
- Magistraten
Mrs Donner, Hijink, Losecaat Vermeer, Boltjes en de Jong
- Zaaknummer
[18121953/NJ_1954-242]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Prof. Mr. Ph.A.N. Houwing
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS109713:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1953:219, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑1953
- Wetingang
(BW art. 1637a; Rv art. 125a.)
Essentie
Portier „op fooien". Arbeidsovereenkomst?
Samenvatting
Aan het woord „Arbeidsovereenkomst" in art. 39, 3° R. O. is geen andere betekenis toe te kennen dan die welke dat woord in art. 1637a B. W. heeft.
Aldaar dient onder ,loon" te worden verstaan — zulks in overeenstemming met art. 1, g, B.B.A. 1945 — de vergoeding door den werkgever verschuldigd ter zake van den bedongen arbeid; daaronder vallen niet fooien, welke de werknemer van derden ontvangt.
A 2 3.
Partij(en)
J. F. J. Zaal, te Amsterdam, eiser tot cassatie van een op 9 Juni 1953 door de Rb. te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.